Tagarchief: Natuur

Polar Bear Special (1)

Van 9 juni t/m 17 juni was ik als reisleider voor Inezia Tours op het expeditieschip de Plancius. Een spectaculaire reis die in het teken stond van de ‘Keizer van het Noorden’. Vanaf het schip is er dagelijks een BLOG bijgehouden door mij en enkele deelnemers.

Interesse in een lezing? Neem vrijblijvend contact op met mij.

 

North Atlantic Odyssey (3)

Spitsbergen!

Van 29 mei t/m 17 juni 2016 ben ik voor Inezia Tours en Vogelbescherming Nederland als gids mee geweest op expeditie schip de Planicus van Hansweert ( Zeeland) naar Spitsbergen.

Vanaf het schip is een dagelijks blog bijgehouden. De verhalen zijn hier te lezen.

Lezing? Neem vrijblijvend contact op met mij

 

Citroenvlinder met kerst..

Vandaag beloofde tweede kerstdag een stralende dag te worden. Let wel, een stralende dag met een maximumtemperatuur van rond de 15 graden(!) Uitzonderlijk zacht winterweer heeft ons al een tijdje in de greep. Het is volgens mij de eerste december ooit met meerdere ‘overwinterende’ boerenzwaluwen, fitis, paapje en een zomertaling. Op sociale media duiken complete collages op van bloeiende planten en Floron organiseert nu net de traditionele plantenjacht.

Regte Heide

Vandaag besluiten we een wandeling te gaan maken op de Regte Heide. Een bijzonder fraai heidegebied onder de ‘skyline’ van Tilburg. In het begin van de jaren negentig zelfs een gebied met bolderende korhanen.. We horen zingende matkopmezen en droog fluitende goudvinken. In de berm staat van alles in bloei.

 

Als we aan de rand van de heide in een windluwe hoek lopen zie ik in mijn ooghoek iets geels fladderen. Gelijk pak ik mijn camera. Een citroenvlinder! Bizar om deze , normaal gesproken vroege voorjaarsvlinder, op tweede kerstdag tegen te komen. Ik trek een sprintje om de uitzonderlijke waarneming te documenteren en niet ongeloofwaardig over te komen. Met mijn telefoon maak ik een filmpje en met mijn camera de nodige foto’s. Ondertussen vliegt er een groep (arctische) toendrarietganzen over ,en besef ik, met de jas open dat het kerst is..

citroenvlinder 26 december 2015.jpg

Op de website van de Vlinderstichting werden dit soort opmerkelijke waarnemingen al aangekondigd. Aan het eind van de dag zie ik op de website waarneming.nl diverse meldingen van dagvlinders staan. Dagpauwoog, atalanta en een zestal citroenvlinders staan op de lijst. Een opmerkelijke Tweede Kerstdag..

 

 

 

We beginnen met een paar gram

vuurgoudhaan mavla 2

September is een heerlijke maand. Ditmaal wel een hele drukke trouwens.. Aanstaande maandag gaat de Bioscoopfilm: Holland, natuur in de Delta in première en ik leef behoorlijk in de waan van de dag. Ik probeer niet te vergeten dat de vogeltrek is losgebarsten. Het lukt mij tot dusver redelijk. Sterker nog, ik kom er niet onderuit. In hartje Dordrecht hoor ik hele hoge piepjes, die  de aanwezigheid van vuurgoudhaantjes verraden. Misschien wel de mooiste vogel van Nederland. Groot is hij niet. De soort staat eigenlijk in schril contrast met de joekel van een zeearend op de posters van de bioscoopfilm. We beginnen met een paar gram..

Vogeltrek

Vorige week was ik een ochtendje op de Maasvlakte op de westpunt van de haven van Rotterdam. Dit is een zeer boeiende plek voor vogelaars in deze tijd. Dit komt absoluut niet door het oogstrelende landschap, maar door de aanwezigheid van verdwaalde trekvogels. Afgelopen vrijdagochtend zag ik een gaatje in mijn agenda en besloot de vlakte en de havens af te struinen met twee vogelvrienden. Het contrast is hier altijd weer groot.  De enkele bosjes zaten vol met zangvogels. Een sprinkhaanzanger zat naast een konijnenhol, een watersnip zat, in de voor vogelaars bekende greppel, en in de bosjes op de vlakte miegelde het van de trekvogel zoals: zwartkoppen, gekraagde roodstaarten, bonte vliegenvangers en tuinfluiters. De vogeltrek lijkt begonnen. In de armetierige duindoornstruiken was het er maar druk mee. Een opvallende waarneming was die van een ransuil. Deze vogel zat naast een drukke containerterminal , achter een hekwerk, in een dode vlierstruik de dag af te wachten..

ransuil mavla

Vuurgoudhaan

Eén van de  kleinste vogeltje van Nederland was ook goed vertegenwoordigd. Het is in Nederland een beetje een strijd tussen de winterkoning, goudhaan en de vuurgoudhaan. Qua kleurenpracht is de laatste de mooiste. Smaken verschillen, maar de vuurgoudhaan is over de top. Alles klopt eraan. Hij heeft een vuurbal van een kruinstreep, een moddervette wenkbrauwstreep en prachtige zachtgroene bovendelen. Het is echt een juweeltje. Ik word er altijd wel gelukkig van. Deze soort  is een ultiem voorbeeld van een vogel die je vooral in de trektijd kan bekijken. Ze broeden in een paar oude gemengde naaldbossen in Nederland, maar komen vooral in de trektijd ook op andere plekken in Nederland op bezoek. Dan kun je ze meestal ook fraai bekijken. Ze kennen eigenlijk nauwelijks mensen, want een grootdeel van de vuurgoudhaantjes komt tot broeden in Europese bosgebieden waar de mens een zeldzaamheid is . De vogeltjes laten zich tijdens de trektijd soms fantastisch fotograferen.

Paar gram in de ban van de Condor?

Tijdens het tv-programma in de ‘Ban van de Condor’   kreeg de kleine vuurgoudhaan ook podium. Hier werd met een soort van afstreeplijstje gewerkt . De deelnemers moesten in korte tijd een aantal typische ‘Biesbosch’ vogels scoren.  Het programma werd vorig jaar rond deze tijd opgenomen in het Nationaal Park en ik zag  net voor het interview met Tooske Ragas een flink aantal vuurgoudhanen. Ik ben verantwoordelijk voor die lijst met vogelsoorten. De grote zilverreiger zou te makkelijk zijn, want die stonden bijna in de tenten van de deelnemers. De lat moest omhoog en ik dacht aan het vogeltje van 4/5 gram wat zo rijkelijk vertegenwoordigd was tijdens de opnames. Broeden doen vuurgoudhanen helaas niet in het zoetwatergetijdengebied, maar ik ben bijzonder blij dat ze op doortrek voorbij komen: Wat een fraai vogeltje van een paar gram, maar o zo lastig voor een spelprogramma….

Finland, Lapland & Varanger Part 5: Haakbekken aan tafel

Woensdag 8 juli , Ivalo – Kiilopää – Neljan Tuulen Tupa – Noorwegen

Om 03.00 uur zit ik alleen in de auto richting het zuiden van Ivalo. De waarneming die ik gisteren had van de alpensneeuwhoen zat me niet lekker en ik wilde die graag upgraden naar een goede waarneming. Om 03.45 liep ik ( bijna) in het zonnetje ,de inmiddels bekende, vlondertrap op bij de Kiilopää heuvel. Het moest allemaal vroeg gebeuren vandaag, want het programma was flink gevuld en de nacht zouden we doorbrengen op de noordelijkste overnachtingslocatie van onze trip : Vardo Island in Noorwegen. Ik spreek met mijzelf af dat ik uiterlijk om 6 uur weer terug rijd naar Ivalo om de spullen in te laden en Cindy op te pikken. Het vlonderpad geloof ik wel en ik struin er eigenwijs naast richting goed-ogend habitat op de top van de berg. Ik stoot ( wellicht) hetzelfde koppel moerassneeuwhoenders op vanaf de grond en niet veel later vliegt er een kleinere redelijk witte alpensneeuwhoen aan me voorbij. Het gaat allemaal een beetje snel en zie niet waar de vogel is gaan landen. Ik slenter nog een eindje rondom de top, maar het hoentje krijg ik niet meer te zien. Geen foto’s dus, vooruit maar..

Nabij de parkeerplaats aan de voet van de heuvel is de familie bruinkopmezen weer aanwezig. Ik besluit, na de uitgebreide fotosessie van gisteren, geen tijd meer te steken in nog meer foto’s van deze soort. Daarnaast is het ook gaan regenen.

Om 7.30 hebben we ontbeten en zetten we koers richting het noorden. Het beloofd een spannende rit te worden, omdat diverse waarnemers aangaven dat het boven Ivalo kansrijk was voor sperweruilen. Een leuk taakje tijdens de lange rit naar  Vardø om allerlei toppen van naaldbomen en telefoonlijnen te scannen in de hoop dat er zo’n fantastisch uiltje op zou zitten.

Net boven Ivalo liggen een aantal fantastische meren. Het is windstil weer en een groepje van 3 zomerkleed parelduikers zorgen voor de eerste stop. Voor ‘parelduiker-begrippen’ zwemmen de vogels dichtbij. Ze zwemmen voor de verandering is niet op een kilometer afstand, maar op slechts enkele honderden meters. Ik probeer een plaatje te schieten, maar de vogels drijven steeds verder weg. Door de telescoop zijn ze gelukkig fantastisch te zien.

Parelduiker / Black-throated loon
Parelduiker / Black-throated loon

De volgende stop is bij het beroemde Neljän Tuulen Tupa hotel / restaurant / ‘cafetaria’ . Het is by-far de makkelijkste plek voor een vogel waar ik een beetje een dubbel gevoel bij krijg. Een hele mooie soort die, een aantal jaren geleden, honderden vogelaars richting Groningen trok ( november 2004). Ik heb nog regelmatig spijt, dat ik daar geen dagje voor gespijbeld had toen. Het weekend dat ik wel ‘legaal’ die kant op kon, was het koppel haakbekken helaas vertrokken. Bij voedselschaarste (bijvoorbeeld in Lapland) zakken na de najaarstrek soms haakbekken af naar zuidelijkere gebieden. Ik hoop jaarlijks weer op een herkansing van deze soort in Nederland.

Maar goed, hier zijn we in Finland en daar zitten haakbekken. Best veel, zeggen ze. Maar vindt ze maar eens in die enorm uitgestrekte naaldboomwouden. Het personeel van het cafetaria wil niks aan het toeval overlaten en achter de raampjes van de koffiecorner liggen honderden kilo’s zonnebloempitten. Een enorme groep grote barmsijzen, groenlingen, sijs, keep en een bruinkopmees zitten op het uitgestrooide ‘vogelbuffet’. We bestellen een beetje droge croissant (mogelijk van eergisteren) en een goede kop koffie en nemen plaats aan een tafel , uiteraard naast het raam. In de boom naast  ons zit een hele fraaie rode haakbek. Het is een van de 5 verschillende exemplaren die we te zien krijgen. Het is een ‘makkie’ hier, maar zo’n ‘georganiseerde’  voedertafel is het toch net niet helemaal voor mij. Ik geef mijzelf de opdracht mee om op de terugreis minimaal 1 haakbek in het taigawoud te vinden. Ik probeer door het dubbele glas wat te fotograferen en geniet nog even van deze soort. Ze zijn wel erg stoer!

Een behoorlijk lange rit richting Noorwegen is wat volgt. We besluiten nog even te tanken ( scheelt ruim 40 eurocent per liter) en doen wat inkopen aan de Finse kant van de grens. Tijdens de rit scannen we heel veel sparrentoppen, telefoonlijnen en masten maar een sperweruil treffen we niet. We zitten de komende week in het ‘Dak van Europa’ en hopelijk zien we daar alsnog dit aantrekkelijke uiltje.

Finland, Lapland & Varanger Part 3: Kuusamo!

Vrijdag 3 juli Kuhmo – Kuusamo Vandaag stond er een rit van circa 300 kilometer op het programma naar onze volgende bestemming: Kuusamo. Met hoge verwachtingen rijden we, enigszins vermoeid door de enerverende nacht in de berenhut, richting het noorden. Op de navigatie-apps staan gedurend diverse rode vlaggetjes. Markeringen van recente vogelwaarnemingen gedownload van de Finse afdeling van de website Observado. We zitten blijkbaar nog steeds in de ‘dipflow’ en missen in chronologische volgorde bosgors, dwerggors en een sperweruil-locatie. Met nog ruim een week ‘taigabossen’ en veen op het programma maak ik me maar weinig zorgen. Een beetje werkdruk tijdens de vakantie houd ik wel van. Bij een gigantische supermarkt doen we inkopen voor de komende dagen en we installeren ons om 16.00 uur in een knusse houten boshut. Een aanrader want de hut is van alle gemakken voorzien. Thuis zoek ik bijvoorbeeld nog steeds naar de sauna en nog veel vaker mis ik een vaatwasmachine…

Boshut / Cabin
Boshut / Cabin

In de avond slenter ik nog even naar het nabijgelegen meertje. Ik hoorde al diverse malen het meest indrukwekkende vogelgeluid van Scandinavië. Zingende parelduikers galmend over een immens groot meer. Op ( helaas) grote afstand zie ik een prachtig koppel met parelduikers zwemmen. Volledig in zomerkleed. Wat een schoonheid. Om de zoveel tijd galmt de indrukwekkende roep over de plas. Genieten! Op het vakantieparkje zelf tref ik nog een aantal pestvogels en een koppeltje ( noordse) goudvinken aan.

Zaterdag 4 juli Kuusamo – Livaara NP  

Wekker om 02:30. Op het dak van het huisje zit nog een noordse witstuitlibel in het magere middernachtzonnetje. Het zou mij vast niet vaak meer overkomen dat ik op dit idiote tijdstip een libel zie ‘zonnen’. Een roepende koekoek en een zingende koperwiek begeleiden het verdere opstaan. We verplaatsen ons richting Livaara. Een fraaie beboste heuvel van circa 469 meter hoog met   een wandelpad naar de top. Deze plek is bekend  geworden bij vogelaars door de aanwezigheid van blauwstaarten. Een prachtige zangvogel, die ik tot op heden alleen kende als dwaalgast in Nederland en als overwinteraar in centraal Azië. De weg ernaar toe is spannend. Spannend omdat er de laatste weken regelmatig leuke hoenders zijn waargenomen door andere Nederlandse vogelaars. Hazelhoen en Auerhoen zouden beide regelmatig worden waargenomen vanaf de circa 24 kilometer lange onverharde weg. Wij zien in de verte een hazelhoen overvliegen en er steekt een vos over. Als we op de kleine parkeerplaats aankomen begint het heftig te regenen. We besluiten om even te wachten en we missen opeens de handige app’s buienradar en buienalarm. Na een kleine drie kwartier besluiten we de wandeling te gaan maken. Direct na de brug vliegt er een mannetje korhoen  op die vooral Cindy goed te zien krijgt. De vergelijking met een gans / zwaan wordt terecht gemaakt. Het eerste deel door het veen levert fraaie baltsende watersnippen en bosruiters op. Het pittige vervolg gaat door een oud sparrenbos. Uit eerdere reisverslagen maken we op dat het begin van de wandeling kansrijk is voor dwerguil. We hebben geluk,  al snel zien we een uiltje zo groot als een appel op een zijtak van een spar. Een gekraagde roodstaart alarmeert erop los,  waardoor de vogel gemakkelijk te traceren is. Een fantastische waarneming in de zeikregen. Mijn enige dwerguil ooit zag ik in februari 2008 in het Leenderbos te Noord-Brabant. Heerlijk om deze vogel in de herhaling te zien en om hem op de foto te zetten.

Het is inmiddels 9.00 uur in de ochtend als we de top van de berg bereiken. Direct hoor ik een zingende blauwstaart. We besluiten het gemarkeerde pad te verlaten en via een steile klim de vogel te gaan zoeken. Als het geluid dichterbij komt is het vrij gemakkelijk. De vogel ( helaas een onvolwassen mannetje) zit te zingen in te top van een spar. Op zich best opvallend, omdat eerdere reisverslagen aangaven dat de vogels vooral heel vroeg in de ochtend zingen. De vogel is prima te zien, maar door het grijze weer en hevige regen , is een goede foto wat teveel gevraagd. Aangekomen op de top hoor ik nog een blauwstaart zingen. Ik hoop op een hemelsblauw volwassen mannetje, maar helaas weer een 2e jaars mannetje. De oranje flanken en de blauwe staart zijn redelijk goed te zien en de vogel zit weer bovenin de toppen van de sparren.

Een adult mannetje krijgen we helaas niet te zien. Een tevreden gevoel is wat overheerst en we lopen met hoed inclusief muggengaas naar beneden. Het landschap, het bos en de zingende blauwstaartjes laten ons vergeten dat het regent en dat de steekmug het hier steengoed doet..

Net voor het bruggetje hoor ik een kruisbek roepen die even later plaatsneemt in een spar. Ik krijg de vogel goed door de kijker te zien en de opvallende grote snavel en dikke stierennek moeten wel duiden op de Grote Kruisbek.  Helaas laat de vogel zich maar kort bekijken. Vlakbij de parking wordt het droog. Een waterig zonnetje breekt door en ik hoor een geluid wat ik alleen nog maar van websites en van applicaties kende. Een zingende bosgors.  Ik traceer het geluid en krijg een fantastisch fraai mannetje bosgors in beeld. Wauw! Een lastige soort in deze tijd van het jaar. De vogels hebben immers een zangpiek in april en mei en dat is alweer een tijdje geleden. Zeer voldaan rijden we terug richting Kuusamo. Het weer is behoorlijk opgeknapt. In de middag bezoek ik een aantal plekken in Kuusamo. Cindy blijft voor deze enkele keer bij het huisje. Een soort stadsbos vol met wandelpaden ligt tussen twee meren en aangrenzend tegen het plaatsje Kuusamo. Een plaatselijke run-bike-run zorgt voor rumoer en drukte op de paden. Behangen met camera en kijker loop ik over het parcours en begroet trimmers en fietsers. Ik wilde vanmiddag het liefst afrekenen met taigagaai en dwerggors.  Het bos is uitermate goed voor een aantal taigasoorten en als ik de gebaande paden verlaat tref ik ook al snel een opvliegende hazelhoen ( met kuikens ) aan. Een felle roep vanuit de sparren zet de blik op scherp. Taigagaai! Een tweetal vogels komen luidroepend en nieuwsgierig dichterbij. Ik doe alsof ik broodkruimels strooi en de vogels gaan bijna naar de grond en laten zich tot op enkele meters benaderen. De deelnemers van de run-bike-run kijken me wat verbaasd aan. Ach, ieder zijn hobby toch?

Boven het bos hoor ik een bekender geluid. Alarmerende meeuwen en 2 alarmerende visarenden  vallen een volwassen zeearend aan. Een combinatie die ik de laatste jaren regelmatig tegenkom in de Biesbosch. Beide indrukwekkende roofvogels vissen immers in de zelfde vijver. Hier leven ze samen in overlappende territoria en ik verwacht dat ze dat op korte termijn ook in de zuidwestelijke Hollandse delta doen.

In de avond rijden we nog een flinke ronde door de bossen, langs meren en wandelen korte stukjes door goed ogend bos. Vogeltechnisch levert het weinig op. Op een kaalkapvlakte zien we wel een klapekster en we zien tweemaal een jagende velduil.

Velduil / Short-eared Owl
Velduil / Short-eared Owl

Zondag 5 juli Kuusamo – Valtavaara – Oulanka NP – Livaara NP

Vanochtend uitgeslapen tot circa 6.30 en toen richting een andere mooie berghelling. Ski-liften en bebording voor sneeuwscooters tonen aan dat het hier behoorlijk winters kan zijn in andere jaargetijden. Op de parkeerplaats treffen we twee nieuwsgierige taigagaaien. Ik had deze soort lastiger verwacht tijdens de reis. We lopen via het Karhunkierros pad richting een meertje op Valtavaara berg. Landschappelijk fenomenaal! Helder weer en dus bijna blauwe luchten , tientallen kilometers zicht op een groenblauw landschap en een vlondertrap vol orchideeën.

Ik miste voor heel even niet eens de vogels. Verder dan een mannetje gekraagde roodstaart en wat onrustige groepjes kruisbekken  kwamen we ook niet. Twee Zweedse vogelaars en een groep Spanjaarden vertelde ons  dat ze vanochtend om 04.15 een adult mannetje zingende blauwstaart hadden op deze locatie. Het liep inmiddels tegen 9.00 uur en we achten de kans klein dat we deze nog terug zouden vinden. Bij het unieke meertje op de top ontwaken gezinnen bij een vuurtje die daar deze nacht gekampeerd hadden. Bijna aangeharkt oogt deze ‘vrije overnachtingslocatie’ met mooie toiletvoorziening en bbq – rooster. Zou dit in Nederland ook kunnen op deze manier? Ik heb er stiekem niet zoveel vertrouwen in… Na deze mooie maar weinig productieve wandeling besluiten we het Nationaal park Oulanka te bezoeken. Onderweg stopte we bij een bekende broedlocatie van zwartbuikwaterspreeuwen. Een ruig stromende rivier vol smelt-en regenwater mond hier uit in een meer. Als we via het water de oever bereiken zien we de eerste kakelverse juveniele waterspreeuw al zitten. We schrikken meer van een langwerpig groot zoogdier wat al zwemmend en zich verplaatst via de oever. Uiteraard denken we aan een otter maar als snel zien we er meerdere en moesten we helaas constateren dat het om de exotische Amerikaanse Nerts ging. Een enorme crèche met grote zaagbekken zwemt tegenstrooms voorbij. Een leuk gezicht! We tellen in totaal 5 waterspreeuwen waar onder minimaal 4 juveniele exemplaren.

Grote zaagbek /  Common Merganser
Grote zaagbek / Common Merganser

We zetten koers richting het bezoekerscentrum van Oulanka. Vriendelijke dames achter de balie zijn servicegericht en laten via diverse mooie folders en kaarten zien waar de wandelmogelijkheden te vinden zijn. We hebben wel zin in een mooie trail en besluiten de 6 km Nature-Trail te lopen. Een goede keus! In het begin van de wandeling zit een lichte klim en vanaf de grond vliegt een flinke vrouw auerhoen aan ons voorbij. Even later is het weer raak. We zagen al diverse uitgehakte ovaalvormige gaten in de berkenbomen en hoorde in de verte zacht gehak van een specht. We benaderen het geluid bijna sluipend en vinden een prachtige drieteenspecht! Een target die ik in het begin van de reis in de categorie lastig had geparkeerd. Ik schiet een paar bewijsplaatjes en voldaan vervolgen we de wandeling. Op het verste punt van de trail  hoor ik kruisbekken met een beetje barmsijsachtige roep. Ze gaan heel kort zitten en al snel vallen bij een lichtrood mannetje de twee brede witte banden op.  Overtuigende witbandkruisbekken, vermoedelijk zelfs een familiegroepje. De vogels vliegen helaas snel weg en ik struin nog enkele honderden meters door het bos , de vogels blijken helaas onvindbaar. Bij een waterval zoeken we nog naar wat orchideeën zoals de bijzondere Bosnimf. Ik heb een zoekbeeld in mijn hoofd , maar krijg er geen één te vinden.  Misschien al uitgebloeid?

Oulanka Nationaal Park
Oulanka Nationaal Park

Na de wandeling rijden we nog iets dieper het Nationaal park in tot op circa 1 kilometer van de borderzone met Rusland. Laten we hier maar omkeren.. We zien fraai koppel witkopstaartmezen ( nabij een onopvallend café met vogelvoedertafel )  en tijdens het terugrijden zien we zowel auerhoen ( weer een vrouwtje) en een hazelhoen met hele jonge kuikens. De moedervogel weet zich goed te drukken , maar de jonge kuikens laten zich redelijk fotograferen. Om de vogels niet teveel te verstoren verlaten we snel de plek.

In de avond maak ik nog een rondje in de omgeving wat een fantastische waarneming van een dwerggors oplevert. Zeker twee vogels bevonden zich zingend langs een vrij drukke weg in een vochtig berkenbos langs een meertje. Met het mooie avondlicht steek ik wat tijd in het maken van een foto. De vogels zijn buitengewoon fraai met zo’n warm bruinrode kop in dit zomerkleed.

Op een bosweg passeert nog een ‘ma’ brilduiker met jongen en vliegt een ruigpootuil  over. Qua formaat en kleur moest het deze soort betreffen. Een zoektocht in de bosrand leverde helaas niets meer op.Op diverse kaalkapvlaktes zie ik muizen / lemmingen en ook meerdere malen velduilen in toppen van naaldbomen.

Brilduiker / Common Goldeneye
Brilduiker / Common Goldeneye

Na 3 dagen Kuusamo kunnen we toch wel zeggen dat deze missie behoorlijk geslaagd was! Op naar Ivalo 🙂

Finland, Lapland & Varanger Part 2: Geluk en pech…

Donderdag 2 juli , Oulu – Kuhmo

Uitgeslapen stap ik rond 08:30 richting het douchegebouw op de camping. Een verloren ochtend is het niet, want aankomende nacht verwacht ik weinig tot geen slaap. Via Wild Brown Bear Centre hebben we een observatiehut gehuurd om bruine beren te gaan bewonderen. Deze ( super!) commerciële natuurbelevenis ligt op de grens met Rusland ten noorden van de plaats Kuhmo. Onderweg hebben we verschillende stops in gedachte dus besluiten we op tijd te vertrekken. Een erg spannende stop staat gepland bij de nestlocatie van een Laplanduil. Via Facebook krijg ik contact met Roni Väisänen een Finse vogelaar en ringer van vogels in Finland. Hij is een zeer gedreven vogelaar en ringer van broedvogels in dit land. De mij goed bekende Fabian Meijer was lange tijd in dit land voor zijn studie en had een aantal boeiende uitstapjes met deze vogelaar gemaakt en ringde voor vogelonderzoek o.a. blauwstaart, sperweruil en bosgors.

Ik had de ontmoeting met uilen voor deze reis al uit mijn hoofd gezet , omdat het redelijk laat in het seizoen was. Ik was daarom ook erg verheugd dat ik op Facebook een foto voorbij zag komen van een Laplanduil in broedhouding op een nest half juni. Dit betekende voor mij dat de jonge pullen nog minimaal een maand op het nest zouden verblijven en dat het dus mogelijk was de vogels te gaan zien. De locatie lag gelukkig prima op de route.

Na een flinke logistieke puzzel en wat gebrom van mijn kant over het niet vinden van de locatie bereiken we na 1,5 uur zoeken een kaalkapvlakte. Dit zou de plek moeten zijn…

Ik probeer dwars door de vlakte de bosrand te bereiken en de afgeknakte dennenboom te vinden waar de nestruimte zich zou moeten bevinden. Als ik op een hoger deel van de vlakte kom valt mijn oog op de boom. De boom die ik herkende van de toegezonden foto’s. De verrekijker er op gericht en al snel zijn de ‘donspullen’ zichtbaar. Hebbes!

Laplanduil pullen
Laplanduil pullies / Great Grey Owl chicks

Het is een relatief droog deel van de taigabossen, maar de honderden muggen zijn vol in de aanval. Cindy kruipt de auto in en ik probeer met een behoorlijke snuf  ‘muggenspray’ op grote afstand het geduld op te brengen om een volwassen Laplanduil te zien. Na een half uur houd ik het voor gezien. Ik loop terug naar de auto als pal achter mij een grote grijze verschijning me aankijkt. Een joekel van een  Laplanduil! Wat een apparaat! De vogel flapt , zoals een uil, richting zijn nest en gaat de jongen voeren. Even later neemt de vogel plaats in een spar aan de rand van het bos, voor mij de mogelijkheid om de vogel te fotograferen. Deze soort is voor mij één van de meest indrukwekkende vogelsoorten uit het vogelboek. Een gigantische kop, een mega-hartvormig gezicht en angstaanjagende gele ogen. Op tientallen meters afstand schiet ik een paar bewijsfoto’s.

Laplanduil / Great Grey Owl
Laplanduil / Great Grey Owl

Na deze fantastische ervaring slingeren we via vele onverharde bosweggetjes richting het Wild Brown Bear Centre. We hadden om 16.00 uur een maaltijd gereserveerd. Een prima, maar sober buffetje ging er wel in, zeker omdat we hierna nog 15 uur zonder fatsoenlijke lichamelijke beweging in een observatiehut zouden verblijven. Om 16:45 krijgen we het verzoek om ons naar de hut te verplaatsen. Een Finse jonge knaap loopt voor ons uit en wijst ons een klein bouwsel aan met een 1. Dat was onze hut. De beste volgens velen. We kruipen in de hut en beseffen dat we hier pas 15 uur later weer uit zouden kruipen. We vermaken ons het eerste uur met het doden van mede-hutbewoners. Het gezoem lijkt om 18.00 uur minder te worden, maar als ik mijn camera door een kijkgat richt zoemen de nodige bloeddrinkers weer naar binnen. Vooruit maar..

Toegegeven een fantastische plek. Ik besef alleen nog niet dat ik al een tijdje naar het hoogtepunt van de avond zit te turen. Een hoogveenglanslibel vliegt voor bij de hut en zet eitjes af op het veenpluis in het meertje.

We proberen een geïmproviseerd wisselrooster uit. Af en toe proberen we wat te slapen, maar continu ogen op de omgeving. Het hoogveen vol veenpluis, de bosranden en de rotsen moesten in de gaten gehouden worden. In de omgeving werd het drukker en drukker. Veel Baltische Mantelmeeuwen, een familie brilduiker en een aantal bonte kraaien strijken neer op het uitgestrooide vlees. Af en toe klinkt er paniek in deze groep en schieten we allebei richting de veels te kleine en smalle kijkgaten. We krijgen weinig te zien. Ik probeer mijn camera uit op het bekende beeld. Een dobberende Baltische Mantelmeeuw op de plas en een bonte kraai in het veenpluis. Om 23.00 uur horen we gegrom. Niet eens van mijzelf, maar vanuit het bos…Zou het dan toch gebeuren. Het geluid lijkt dichterbij te komen en het klinkt door merg en been. Een bruine beer 100%. We staren ruim een half uur onafgebroken naar de bosrand maar we zien niets. Het rooster wordt verder uitgevoerd tot diep in de nacht als Cindy opeens een dier in beeld krijgt. Het is bijna niet te zien, want het is enorm gaan regenen. Van middernachtzon is geen sprake, ik mis mijn nachtkijker! We merken op dat het een vos is. Een bijzonderheid op deze plek, maar worden we daar nu vrolijk van…

Om 7.00 uur lopen we gebroken en terneergeslagen via de vlonderpaden en het wandelpad terug naar het centrum. Dippen is zuur…Zeker als de verwachtingen zo hoog gespannen zijn als tijdens deze lange zit. Het hoort er immers bij. Ik ben juist zelf de degene die zo vaak aankondigt dat natuur niet te regisseren is. Wat vermoeid slaan we het ( dure) ontbijt over in het Wild Brown Bear centre en zetten koers richting de ondertussen bekende Laplanduil. Die laat zich vol glorie zien! Het verzacht de pijn van het dippen en ik zeg zachtjes tegen mijzelf dat dit eigenlijk veel stoerder is….

Laplanduil / Great Grey Owl
Laplanduil / Great Grey Owl

Finland, Lapland & Varanger Part 1 : Oulu

Finland, Lapland & Varanger Part 1 : Oulu

Van 29 juni tot en met 14 juli heb ik samen met mijn vriendin Cindy een rondreis gemaakt door Finland en Noorwegen. Gedurende deze twee weken hebben we in totaal 4100 kilometer afgelegd met een huurauto. De huurauto hebben we gehuurd via Sunny Cars en de vliegtickets ( Amsterdam – tussenstop Helsinki- Oulu en Rovaniemi – tussenstop  Helsinki – Amsterdam) via Cheap Tickets.

Speciale dank gaat uit naar diverse personen die ons in de voorbereiding en tijdens de reis hebben voorzien van recente informatie. Daan van Werven, Marnix Jonker, Marius Teeuw, Fabian Meijer, Paul Borgerding, Jurrien van Dijk, Niels Bot , Roni Väisänen ( Laplanduil), Egil Ween en Jonny Fisk.

Verder hebben we veel gebruikt gemaakt van diverse reisverslagen, het super naslagwerk ‘Were to find birds of Lapland , van David Gosney’ , Wild Scandinavië van Ger Meesters en natuurlijk de website Observado.

Dankbaar hebben we ook gebruik gemaakt van de app: maps.me die voor een navigatiesysteem zonder dataverbruik zorgde en zeer gemakkelijk te vullen was met recente waarnemingen.

De route van onze reis was dan ook dagelijks te zien op het beeldscherm van de smartphone. Een ideale manier om gemakkelijk door het land te bewegen en bij de juiste plekken te komen.

De route
Heel belangrijke ‘ APP ‘ gedurende de trip

Maandag 29 juni , aankomst Oulu

Omstreeks 12 uur vertrokken we vanaf luchthaven Schiphol met Finnair richting Helsinki Finland. Het was helder weer en het waddengebied kon tijdens het begin van de vlucht mooi bekeken worden. Vooral Rottumeroog ( mijn noordelijkste bestemming ooit..) was bijzonder goed te zien door het kraakheldere weer. Toen het vliegtuig Scandinavië binnenvloog veranderde het landschap in zachtgroene en donkergroene tinten van bossen, weilanden en meren. Na een vrij lange tussenstop in Helsinki ( 3 uur )  vervolgde we onze reis naar boven. Met een kleiner compact vliegtuig , eveneens van Finnair, werd koers gezet richting Oulu Airport. De grootste stad van Noord-Finland ligt als ‘badplaats’ aan de Botnische Golf. Verwacht geen metropool , ook al is het de 5e stad van Finland. Rond 20.40 kwamen we aan op een druilerig en koel vliegveld. Twintig minuten later stonden we bij onze huurauto en vertrokken richting onze vooraf geboekte camping ‘ Nalli Kari ‘. Het is grijs weer , maar donker zal het deze nacht niet worden. In dit deel van Europa wordt het tussen eind mei en eind juli enkel schemerig rondom middernacht. Zingende koperwieken en kramsvogels verwelkomen ons op de camping en een houtsnip flapt al roepend voorbij.

Dinsdag 30 juni , Oulu – Liminka Bay – Liminganlahti NP

Omstreeks 6.30 gaat de wekker en wandel ik een eerste verkenningsrondje over de camping. Het voelt een beetje als een herfstig dag op een Waddeneiland. Overal zitten kramsvogels en koperwieken en vliegen barmsijsjes over. Leuk om deze ‘Hollandse’ wintervogels in hun broedgebied te zien.

Een rinkelend belletje in de lucht kondigt een overvliegende pestvogel aan. Vanaf het strand scan ik de Botnische Golf. Met mijn verrekijker zie ik in de verte een familiegroepje  wilde zwanen, scholeksters en een aantal brilduikers. Na het ontbijt besluiten we om richting de zuidkant van Oulu te gaan waar zich het Liminganlahti NP bevindt. Een prachtig wetland  nabij de baai van Liminka. Onderweg zien we de eerste kraanvogels van de trip lopen langs de E8.

Liminganlahti is een ondiepe baai met uitgestrekte rietlanden en ondiepe lagunes. Het gebied is 109 km² groot. Het beste startpunt is het bezoekerscentrum. Ook wij beginnen in dit fantastische informatiecentrum . Prachtige foto’s, filmpjes en interactieve educatie tonen het grote belang aan van dit wetland in Scandinavië. Het is oa het enige broedgebied van de grutto van Finland, maar ook het domein van kraanvogels, zeearenden en kemphanen. We maken een eerste wandeling naar de uitkijktoren. Een prachtige ‘boardwalk’ door een veen van wilgjes en berkjes gaat over in open rietland en waterrijke geultjes. Rondom de boardwalk hangen volop nestkasten. We merken op dat ze allemaal bezet zijn door bonte vliegenvangers! Een paradijs voor deze soort, want ook wij ervaren onze eerste muggenaanval van de reis. De muggenspray gaat op als after-shave en de capuchon strak over de hoofden. Tijdens de wandeling zien we grauwe klauwier, pijlstaart met jonge pullen en roodsterblauwborst. Vanaf de uitkijktoren heb je een fantastisch uitzicht over het gebied. Door de telescoop zien we grote groepen nonnetjes, de nodige zeearenden en nabij de toren horen we de kenmerkende roep van de porseleinhoen. Een op afstand foeragerende reuzenstern zorgt voor wat opwinding. Geen alledaagse soort in dit deel van Finland.

In de middag rijden we wat rond in de omgeving en bezoeken we nog een tweetal andere observatiepunten. Het aantal zeearenden dat we zien groeit richting 15. Opvallend is dat de soort hier nauwelijks tot broeden komt. Volgens een medewerker van het bezoekerscentrum heeft het vooral te maken met het ontbreken van geschikte nestbomen. Eerlijkheidshalve valt mij ook op dat het voedselaanbod toch redelijk beperkt is. Uiteraard zijn er watervogels zoals smient, nonnetje en kuifeend. Maar het is slechts een fractie van wat er op een gemiddelde zomerdag in de Biesbosch aanwezig is….Een zeldzame broedvogel hier is bijvoorbeeld de grauwe gans. Vol trots komt hij terug in tentoonstellingen, in de folders, op de website en in het informatiecentrum. De soort heeft hier slechts 200 broedpaar. De zeearenden die we aantreffen zijn voornamelijk jonge vogels. Ze zullen ook wel regelmatig een zoetwatervis nuttigen.

Woensdag 1 juli , bossen Oulu – Liminganlahti NP- strand

Dag drie begint ongekend vroeg. Omdat we kans willen maken op eland en mogelijk hoenders en uilen gaat de wekker om 02:30. De zon schijnt ( het is een heldere nacht). We besluiten in de omgeving van Oulu wat onverharde wegen te gaan afrijden in de hoop tegen wat leuks aan te blunderen. We proberen wat ten oosten van Oulu, onder andere in de omgeving waar enkele weken geleden een nestkast met familie Oeraluil aanwezig was. Het is een fantastisch ochtend. Gelijk valt op dat de vogels niet ‘gratis’ zijn in de uitgestrekte naaldboom bossen. We horen slechts een enkele goudhaan , een matkop ( ondersoort borealis) en vanuit de top van een spar zingt een braamsluiper. Het hoogtepunt van de ochtend is een tweetal waarnemingen van gigantische elanden! De eerste zien we op een kaalkapvlakte middenin bos. De tweede waarneming verrichten we een uurtje later en betreft een moederdier met een kalf. Ik had er al eens één gezien op vreselijk grote afstand in de Biebrza moerassen in Polen, maar deze waarnemingen waren toch een stuk indrukwekkender.

In de loop van de ochtend ( door het vroege opstaan hielden we een flinke dag over..) bezochten we Liminganlahti NP opnieuw. We hadden nog een aantal observatiepunten aan de noordkant van het grote park niet bezocht. Door de hoge waterstanden waren de vlonderpaden echter niet toegankelijk. De muggen waren heftig, maar dat kwam dan weer door het stralende weer wat we vandaag gekregen hadden. We namen het voor lief.

De meest noordelijke uitkijktoren stond aan het rand van het bos. Grote groepen bosruiters vlogen rond en boven ons baltste watersnippen. Een fantastisch uitzicht, windstil weer ,een zonnetje en wat akelig gezoem. Bij de parkeerplaats zagen we ook onze eerste libellen. Voornamelijk noordse witstuitlibellen en enkele viervlekken. Ook zong daar een mannetje roodmus dat zich buitengewoon fraai liet bekijken en fotograferen. Net voor de trip had ik deze soort ook waargenomen in de Biesbosch. Hier zijn ze echter een stukje algemener..

Op de terugrit zagen we nog grote groepen kraanvogels langs de E8 en diverse zijwegen van deze snelweg. Kraanvogels broeden in Liminka maar ook in de nabije omgeving. De vogels foerageren in deze tijd van het jaar vaak op akkers in de omgeving van het moerasgebied. Tijdens de najaarstrek strijken groepen van ruim 30.000 in deze regio neer als voorverzameling voor hun terugreis naar overwinteringsgebied in Spanje. Met oostenwind kunnen we er dan soms een aantal  tegenkomen in Nederland. Wat mij opviel aan de kraanvogels, dat ze ook hier, onwijs schuw waren. Ze liepen continu achterin de akkers, ze waren continu waakzaam en bij het minste of geringste vlogen ze weg.

Kraanvogel / Cranes
Kraanvogel / Common Crane

Zeldzame Terekruiter gevonden in de Noordwaard

Tijdens de maanden april en mei speelt de vogeltrek zich af .  Het voorjaar van 2015 is niet bepaald ‘spetterend’ te noemen. Het is  eigenlijk een beetje lafjes. Er is veel koud weer, vaak westenwind, erg hoog water en er zijn regelmatig buien. Het zorgt  ervoor dat er relatief weinig bijzondere vogels worden waargenomen in Nederland.  Maar gelukkig zijn de dagen wel aan het lengen en kan ik voor en na mijn drukke werkzaamheden regelmatig mijn verrekijker gebruiken. Het blijft immers de maand mei! Als ik op 20 mei rond 12.30  een blik werp op de website van de vogelwerkgroep Biesbosch zie ik dat de vogelaar Jaap Dijkhuizen een groepje van 25 bontbekplevieren heeft ingevoerd op die site. De waarneming is verricht in de Keizersguldenwaard. Dat is een gebied waar vroeger strakke akkers met suikerbieten en aardappels te vinden waren , maar waar nu meanderende geulen gegraven zijn in het kader van het veiligheidsproject ‘Ruimte voor de Rivier’ van Rijkswaterstaat.  De ontwikkelingen van dit immens grote project in de Noordwaard volg ik nauwlettend .  Op de site van de combinatie Noordwaard is meer info te vinden. Adrenaline Als ik op de plek aankom zie ik in de verte een groepje bontbekplevieren foerageren.  Langs dit groepje vogels loopt een zeer nieuwe asfaltweg.  Straks zal deze dienen als fiets of autoweg. De aannemerscombinatie Noordwaard  is hier vandaag niet  aan het werk  en ik besluit een stukje door te rijden met de auto. Als ik mijn verrekijker op het groepje met steltlopers richt heb ik gelijk een zeer opvallende voorover leunende ‘ruiter’  in beeld. Een adrenalinestoot is het gevolg. Behoorlijk dichtbij , maar met mijn raam nog gesloten grijp ik naar mijn camera. Dit moest een Terekruiter zijn. Een formaatje oeverloper, een opgewipte snavel, grijzige bovendelen, lichte wenkbrauw, steil voorhoofd en oranje gele poten. De foto’s die ik maak zijn van slechte kwaliteit , maar bevestigen de waargenomen kenmerken.

Vol adrenaline en spanning door het zien van deze vogel probeer ik een aantal mensen te bellen waarvan ik weet dat zij deze vogel graag zouden willen zien of omdat ze in de buurt zijn.  Tijdens het bellen raak ik de vogel even kwijt. Ik kijk weer in de ‘slenk’  en zie enkel een groenpootruiter en inmiddels 40 bontbekplevieren. Hij zou toch niet weg zijn? Of heb ik het verkeerd gezien? Gelukkig had ik die belabberde foto’s nog…maar zie ik gelukkig ook de Terekruiter weer staan. Hans Gebuis is de eerste die arriveert en maakt de nodige foto’s. De fraaie foto bovenin dit blogbericht is van Hans. Het lijkt die dag wel goed te zitten want de vogel is stabiel. Ruim 70 vogelaars krijgen de Terekruiter te zien.  Het is de 2e waarneming voor de Biesbosch ooit ( na een waarneming uit 2009) en de 65e waarneming voor Nederland. Een knaller dus!

Foto Hans Gebuis
Foto Hans Gebuis

Zeldzaamheid Het ontdekken van  zeldzame vogels zijn unieke momenten waar ik intens van geniet. Een Terekruiter had ik nog nooit eerder zelf gevonden. Terekruiters zijn zeldzaam in Nederland. Ze broeden o.a.  in Noordoost-Europa en  Rusland.  Overwinteren doen ze bijvoorbeeld in Afrika. Het zijn vogels die in laaglandtaiga broeden langs meren en rivieren. Ik kwam er na vele uren scannen ook een aantal tegen in Zuid-Afrika ( januari 2014) . Aanstaande zomer ga ik een rondreis maken door Fins Lapland en Noorwegen. Ik ben benieuwd of ik  deze fraaie steltloper daar ook tegen ga komen…

Foto Hans Gebuis
Foto Hans Gebuis

Lesbos vogeleiland part 2: de specialiteiten

De vogeltrek op Lesbos is fenomenaal, maar het Griekse eiland heeft veel meer te bieden. Door de ligging in het uiterste zuidoosten van Europa komen er een aantal zeldzame vogels voor met een uiterst beperkt verspreidingsgebied.  Uiteraard hadden we tijdens de 8-daagse rondreis van Inezia Tours alle aandacht voor deze bijzondere en soms lastig te lokaliseren vogelsoorten.

Rotsig en doornig 

Rotsige berghellingen en doornig struikgewas is het beeld langs de noordkust van het eiland. Vooral de omgeving tussen Petra en Molivos voldoet precies aan deze beschrijving. Het is het domein van de grasmussen (Sylvia’s). Als we net zijn aangekomen horen we overal krassende en ratelende roepjes van Sylvia’s . In korte tijd zien we enkele fraaie baardgrasmussen  en een hele opvallende: de Rüppells grasmus. Het prachtige mannetje zit bovenin een zangpost en met wat geduld laat die zich uitmuntend bekijken.  De vogel heeft door zijn rode ogen wel wat weg van de , in Europa, veel algemenere kleine zwartkop, maar heeft oa een opvallend zwarte keel, een wat langere hals en twee witte baardstreepjes.  Rüppells grasmus is een behoorlijk zeldzame soort en komt oa op een aantal plekken in Griekenland en in Turkije tot broeden.

Langs de noordkust treffen we nog meer specialiteiten aan zoals de geheimzinnige Aziatische Steenpatrijs.  Uit ervaring weet ik dat deze soort zich niet altijd gemakkelijk laat zien en zich vaak wat hoger in de bergen ophoudt.  We treffen het dan ook behoorlijk, als tot tweemaal toe een exemplaar langs de weg scharrelt.  Het grote verschil met de gewone  steenpatrijs is de crème kleurige keel. Daarnaast stopt het verspreidingsgebied van die soort ongeveer in Griekenland en komt op Lesbos alleen de Aziatische vorm voor.

Bloemenzee

vallei

We rijden en wandelen langs de mooiste rotskusten , maar  bezoeken ook fraaie valleien die in deze tijd van het jaar veranderd zijn in een bloemenzee.  Het is het leefgebied van de bruinkeelortolaan,  maskerklauwier en de rouwmees.  Vooral de eerste twee zien we veelvuldig en en uiteindelijk komen we ook verschillende paartjes rouwmees tegen.

Bruinkeelortolaan
Bruinkeelortolaan
Bruinkeelortolaan
rouwmees
Rouwmees

We horen tevens zingende cirlgorzen, roepende hoppen en zien een zwijgzame middelste bonte specht .  De enige soort die we  niet te zien krijgen blijkt nog niet terug te zijn uit ( Zuid!) Afrika , namelijk de Griekse spotvogel.

Kale hooglanden 

De echte hooglanden aan de westkust zijn spectaculair. Het landschap en de vergezichten zijn schitterend.  De hellingen zijn hier droog en rotsig en er staat enkel wat lage vegetatie. Verspreidt staan wat bomen.  Een ander landschap betekent ook weer andere soorten. Op een hoge bergketen gaan we op zoek naar de westelijke smyrnagors . In deze regio treffen we ook een aantal izabeltapuiten  maar ook veel oostelijke blonde tapuiten en arendbuizerden. 

Tijdens een wandeling horen we op meerdere plaatsen smyrnagorzen zingen. Het is nog een hele uitdaging om de vogels te vinden en in telescoop te zetten. Uiteindelijk lukt het om minimaal twee vogels te zien te krijgen.  Het zijn opvallend gorzen, maar door de frisheid van het groen aan de bomen valt hun citroengele  kop met grijzige borst aardig weg in het bladerdek.

smyrnagors

Turkse Boomklever 

De laatste soort die  niet mag ontbreken na een weekje Lesbos’ is de Turkse Boomklever. Deze  klever komt vooral veel voor op Lesbos en in Turkije en is daarbuiten uiterst zeldzaam. In april zijn de vogels aan het broeden.  Via het circuit van vogelaars komen we erachter dat de Turkse Boomklever op een nieuwe locatie een nest in gebruik heeft. We navigeren met diverse route beschrijvingen door het uitgestrekte naaldboombos van Achladeri. Uiteindelijk vinden we een plek waar we , zonder de vogels te storen, prima waarnemingen verrichten van deze zeldzame vogel. Razendsnel vliegt een paartje richting het nesthol om de jonge vogels te voeren. Omdat de vogels nu niet meer zingen of roepen was het anders lastig, dan wel onmogelijk geweest om de vogels te zien tijdens te trip.  Een mooie aanvulling op de indrukwekkende triplist.