Tagarchief: Natuurfotografie

North Atlantic Odyssey ( 4)

Longyearbyen

Van 29 mei t/m 17 juni 2016 ben ik voor Inezia Tours en Vogelbescherming Nederland als gids mee geweest op expeditie schip de Planicus van Hansweert ( Zeeland) naar Spitsbergen.

Vanaf het schip is een dagelijks blog bijgehouden. De verhalen zijn hier te lezen.

Lezing? Neem vrijblijvend contact op met mij

 

 

 

Maleisië part 1 : Kuala Selangor

11-13 februari 2016

Kuala Selangor is een kleine plaats ten noordwesten van de metropool Kuala Lumpur. Op rustige momenten is het een uurtje rijden. De regio is uitermate geschikt voor een aantal laaglandspecialiteiten. Tijdens onze reis door ‘West-Maleisie’ brachten we twee nachten door in het Apps Hotel in dit dorp. Een goed middenklasse hotel , perfecte keuken en een prima uitvalsbasis voor tripjes in de omgeving.

Brutale apen & specialiteiten van de mangroves

De belangrijkste vogelplek van Kuala Selangor is het kleine natuurparkje: ‘Taman Alam Kuala Selangor’ . We bezochten het parkje gedurende een lange ochtend.

Tijdens zonsopkomst staan we op de parkeerplaats van het natuurpark. We waren niet alleen. Vanuit alle hoeken en gaten verzamelden Crab-eating Macaques zich om ons heen. Geniepig zitten ze te loeren vanachter bomen , boven op het hek en rondom de auto. Er zullen vast vele toeristen zijn geweest die dit hinderlijke gedrag veroorzaakt hebben. We verzamelen moed en wurmen ons door de menigte met apen. Brutale apen waren we gewend, maar dit was wel een heftige versie van brutaal. Met slechts één appel minder en een afgeknabbelde fles water starten we onze wandeling.

macaw.jpg

Officieel was het park nog niet geopend, maar we krijgen toestemming om te beginnen met de trail. We worden getrakteerd op een aanval van kleine zwarte witte steeklvliegjes. Die zagen we even niet aankomen, maar gelukkig hadden we een beschermende spray in onze rugzak. Een korte broek is voor toekomstig bezoekers trouwens geen aanrader. In het dichte (vochtige) bos zoeken we zorgvuldig naar Barred-Eagle owl , maar we hebben geen succes. In diverse reisverslagen had ik gelezen dat deze fraaie uil regelmatig zichtbaar zou zijn op dit deel van de trail.

Het vervolg gaat over een ringeldijkje rondom een moerasje. In twee hoeken staan uitkijktorens. Eén hele hoge van beton en een ‘wiebelaar’ van hout. Op het dijkje vinden we zeer spoedig een doelsoort van de wandeling: Laced woodpecker .  De vogel zit voor het mooie net te dichtbij voor de foto..

Aangekomen bij de boardwalk hebben we het zweet al op de rug staan. Het is geen lange trail, er wordt niet geklommen, maar het is gewoon heel erg warm! De boardwalk door de mangroves is uitermate goed voor een aantal vogelspecialiteiten. We lopen het U-vormige paadje liefst 3 keer rond. Gelukkig levert iedere ronde weer nieuwe soorten op en wordt de moeite beloond. Vrij gemakkelijk zien en horen we Mangrove Blue flycatcher, Golden-bellied gerygone , Great Tit ( cinereous) . Common Flameback en Sunda pygmy woodpecker laten zich zelfs fotograferen. Het benoemen waard, want fotograferen is bijna onbegonnen werk in de duisternis van de mangroves. Bij de schuilhut horen we uiteindelijk de Mangrove whistler en scoren we een volle kaart. Fijn als je achter alle doelsoortjes een vinkje kan zetten!

cinerous tit
Great tit / Grijze koolmees ssp ambiguus

 

Sunda pygmy woodpecker
Sunday pygmy woodpecker / Bruinkapspecht
common flameback
Common Flameback / Javaanse goudrugspecht

 

Als we teruglopen is het onderhoudend vogels kijken. Rustig aan krijg ik een beetje het gevoel te pakken. Een leuke verrassing treffen we aan het einde van het ringeldijkje. Een soort die ik vorig jaar nog in Sri Lanka zag loopt met een drietal voor ons uit; Forest wagtails! In het dichte bos zit een grote ‘feeding flock’ met verschillende soorten, alles is echter mager te zien. Juist op dit stuk van het wandelpad zijn de steekmuggen hinderlijk. Vanuit een boom worden we begluurd. Niet door de hondsbrutale Macaques, maar door een fraaie Silvered Leaf monkey . Gewoon ontspannen op een boomstam en niet azend op onze rugzakken en lunchpakketten. Dat verdiend een foto. Vroeg in de middag kopen we alsnog een kaartje en wringen de T-shirts uit. Het was een mooie wandeling met fraaie soorten!

monkey.jpg

 

Rijstvelden met goudsnippen

De omgeving van Kuala Selangor bestaat grotendeels uit rijstvelden. De rijst groeit in het water en de grote kavels in deze omgeving hebben een behoorlijke aantrekkingskracht op steltlopers, zwaluwen en reigerachtigen.

Koereiger
Koereiger / Cattle egret

De algemene soorten waren rijkelijk vertegenwoordigd. Duizenden koereigers, enkele bruine klauwieren en vele grijze wouwen werden makkelijk gevonden. Op de eerste dagen van de reis is dat lekker opstarten. Een hele leuke verrassing was het paartje Goudsnippen ( Greater-painted snipes) . Helemaal niet zo’n gemakkelijke soort en bovendien vreselijk fraai. Open en bloot stapten ze aan onze huurauto voorbij.  Ik had de soort al fraai gezien in Gambia ( West-Afrika) , maar dit was wel uitmuntende herhaling.

 

Goudsnip paartje
Goudsnip / Greater-painted snip

 

Goudsnip paartje 2
Goudsnip / Greater-painted snip

Boven de oudere verdroogde rijstvelden zagen we diverse oostelijke vorkstaartplevieren en een Asian Openbill. De hoofdwegen waren vrij druk en stoppen was hier lastig, maar op de hobbelige zijweggetjes ging dat beter. Ik weet nu in ieder geval  dat ik geen ster ben in het achteruit rijden in een auto die gemaakt is voor linksrijders.. Als er een rustende grijze wouw bovenin een struik zit , heb ik geen keus; achteruit dat ding. Wat een indringende blik met die helderrode ogen.

grijze wouw.jpg
Grijze wouw/ Black-winged kite

Een vrij schaarse soort op het schiereiland van Maleisie is de White-breasted woodswallow . Een beetje plompe spitsvogel met een grijsblauw uiterlijk en een helderwitte buik. Bij een aantal boerderijen kwamen we ze tegen. Een soort die we elders in het land, zeker niet tegen zouden komen.

 

white-breasted woodswallow.jpg
White-breasted woodswallow

Onverwachte knaller  

Als we op dag twee nog een kleine verkenningsronde maken door de uitgestrekte rijstvelden komen er opeens twee gigantische beesten aanvliegen. Totaal verbaasd begin ik in mijn boek te bladderen. Het was een korte waarneming, maar ik had genoeg gezien om zeker te zijn dat het een paartje Gewone Neushoornvogels ( Rhinoceros hornbill) zou moeten zijn. Het geluk is met ons, want de vogels lijken te landen. In een hele kleine nederzetting met lokale rijstboertjes parkeren we de huurauto. Eén van de vogels zit luidroepend in een palmboom. Een uitgelezen kans om de vogel in de telescoop te bekijken. We trekken bekijks en binnen de kortste keren staat het hele dorpje om ons heen. Nadat wij en de vele kinderen de vogels door de telescoop hebben gezien, vliegen beide vogels recht over. De camera ratelt er even op los, want deze onverwachte knaller kan je maar beter gezien hebben.

Rhinocorous hornbill 3.jpg

 

Het grote reisavontuur van de bladkoning

Bladkoning / Yellow-browed warbler , Biesbosch 2015
Bladkoning / Yellow-browed warbler , Biesbosch 2015

De afgelopen weken heb ik flink wat bladkoninkjes mogen bewonderen. Van deze dappere reiziger gaat mijn vogelaarshart flink tekeer. Allereerst is het een buitengewoon fraai zangvogeltje. Net als de vuurgoudhaan weegt ook een bladkoning slechts een aantal gram. De felle gele vleugelbanen over het zachtgroene uiterlijk van dit vogeltje zijn oogstrelend mooi. Op zijn kop zit een  krachtige gele wenkbrauwstreep. Ze schieten als een stuiterbal door de kronen van bomen. Een uitdaging voor een vogelaar om deze druktemaker goed in beeld te krijgen. De roep is een kenmerkend suwiet . Met al deze kenmerken op je netvlies is het dan ook een leuke bezigheid om deze soort nu te gaan zoeken.

Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Maasvlakte
Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Maasvlakte

Fanatieke reiziger

Bladkoninkjes hebben de nodige kilometers achter de rug als ze in Nederland belanden. Het broedgebied van de soort strekt zich namelijk uit van de Oeral tot in het verre oosten van Rusland. Overwinteren doen ze voornamelijk in Zuidoost-Azië. Ik heb ze tijdens reizen in Thailand en India dan ook veelvuldig waargenomen in regenwouden, maar ook  parken van wereldsteden als Delhi en Bangkok. In een regenwoud is het overigens een nog grotere uitdaging om een bladkoning goed te bekijken, laat staan om het overactieve vogeltje te fotograferen. In dit artikel van SOVON een interessante kijk op de trek van deze vogels. Ze worden wellicht geduwd en verwaaid door luchtstromen maar een deel van de vogels zou wellicht ook tegengesteld van de normale trekrichting vliegen. Iets wat genetisch bepaald zou moeten zijn net als andere zaken bij trekvogels.

Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Tweede Maasvlakte met geen struik of boom in de buurt.
Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Tweede Maasvlakte met geen struik of boom in de buurt.

Van de Maasvlakte tot in Dordrecht

De laatste jaren lijken de aantallen flink toe te nemen. Wat in ieder geval is toegenomen is het aantal waarnemers. Via websites als waarneming.nl en Dutch Birding zijn er steeds meer delers van natuurwaarnemingen bijgekomen. Maar de explosieve toename lijkt niet alleen daarmee gemoeid. Als ik in mijn eigen waarnemingenbestand roer, zie ik ook een hele flinke toename. De afgelopen twee weken had ik een dag met 10 verschillende exemplaren in één bomensingel op de Westplaat nabij de Maasvlakte en zag ik één exemplaar middenin polder Hardenhoek in Nationaal park de Biesbosch. Vanavond was het helemaal raak.. In een simpel rijtje esdoorns in Dordrecht kwam opeens de hoge suwiet . Net als in 2013 zag ik vanuit mijn tuin een bladkoning. De geelgroene zangvogel zocht onder de ‘herfstige’ esdoornbladeren naar insecten. Ik krijg het deze keer wel voor mekaar om de vogel te fotograferen. Terwijl het schemerig wordt raak ik de vogel kwijt. Hopelijk vindt ook deze verdwaalde reiziger een voedselrijk en veilig overwinteringsgebied. Het is de komende dagen in ieder geval nog even opletten aan de kust , maar ook vanuit je eigen tuin!

Finland, Lapland & Varanger Part 8: Nog meer Varangerstyle!

Vrijdag 10 juli Hornøya – Vadsø – Vestre Jakobselv

Zwaar onder de indruk van Hornøya en met op het netvlies nog de waarnemingen van schitterende papegaaiduikers en ander moois rijden we westwaarts naar onze volgende overnachtingslocatie langs het fjord. Het schiet weer niet op…al die leuke haventjes en fraaie kleine jagers worden weer bekeken en dat betekent dat we zo traag zijn als een slak. Een stop staat ingepland bij Vadsø. Ook Vadsø is een eiland maar deze keer is het een brug die de verbinding verzorgd. Vanaf de brug scannen we de grote groepen eiders. De afgelopen weken zouden hier stellers eiders zijn waargenomen. Het scannen levert weinig spannends op. We besluiten een wandeling te maken richting de bekende ‘franjepotenpoel‘ . Het is inmiddels halfbewolkt en af en toe worden we overvallen door een buitje. Op het wandelpad maakt een kleine strandloper zich druk en bij de poel lijkt het op een ouderwets schoolplein met tollen uit grootmoeders tijd.

Tientallen grauwe franjepoten draaien hyperactief rondjes op het plasje. Ze blijken zich prima te kunnen verstoppen in de schamele begroeiing en na enige tijd denken we een totaal beeld te hebben van het aantal. Bijna 30 van deze prachtige vogeltjes krijgen we te zien. Ze zwemmen als gezinnetjes bij elkaar. Vanaf de oever is het gemakkelijk om deze beestjes te fotograferen. Sommige in kakelvers juveniel kleed en enkele vrouwtjes nog in zomerkleed.

Nadat we inkopen hebben gedaan in de supermarkt rijden we door naar de camping in Vestre Jakobselv. We beseffen gelijk weer even dat we in Noorwegen zijn. Een rode paprika van bijna 2 euro en een ‘gulden’ per champignon zorgen ervoor dat we de groente in de avondmaaltijd minimaliseren..

We slapen in het hoofdgebouw van de camping in een slaapzaal met 2 gezellige stapelbedden. Het doet een beetje denken aan de schoolreisjes van de basisschool. De gasten in de overige kamers ontwaken , want dat zijn bloedfanatieke sportvissers die er juist s ‘nachts op uit trekken. In de keuken wordt nog een ‘catfish’ schoongemaakt en de penetrante lucht is zelfs in dit blog niet te beschrijven..

Zaterdag 11 juli Båtsfjord & Berlevåg

Op de kaart zag de route voor vandaag eruit als een ‘eitje’, alleen hadden we inmiddels ervaren dat rijden ( voor vogelaars) hier niet heel erg opschiet. Het bekende motto van mijn (vogel)reizen : ‘Zoek geschikt habitat en zoek de vogel’ is hier soms vrij ambitieus. Vooral voor de toendrasoorten die vandaag op het programma stonden. We passeerde namelijk honderden kilometers toendravlakte..

Tijdens een eerste stop zien we ijsgors, sneeuwgors en strandleeuwerik. Met muts op en sjaal om struinen we over de lage toendravegetatie. In kleine smeltplasjes alarmeren bonte strandlopers.

Op de top bidden kleinste jagers en als de vogels landen besluit ik ze van dichterbij te benaderen. Ze staan het zowaar toe en krijg een behoorlijke fotokans. Ze staan bekend als felle donders , maar ik breng het er gelukkig zonder blessures vanaf.

Kleinste Jager / Long-Tailed Skua
Kleinste Jager / Long-Tailed Skua

Bij wat onverharde zijwegen, die wat meer door toendras met rotsige formaties gaan, zien we witstuitbarmsijs en horen we goudplevieren fluiten. De gehoopte vervolgwaarnemingen van sneeuwhoenders blijven uit. De diversiteit is mager , maar de vogels en de route zijn fantastisch.

We rijden eerst richting Berlevag en vanuit een rijdende auto zie ik een enorme spray in een baai. Ongetwijfeld een walvisachtige. Snel pakken we de telescoop uit de auto en gaan scannen. Het levert niets op en we rijden door naar een koffiehuis met wafels in Kongsfjord. Hier doen we gelukkig een vervolgwaarneming van de walvis en door de mist zien we aantal sprays en vervolgens een overduidelijke staart van een Bultrug!

Nabij de vuurtoren van Berlevåg kijken we tijdens een ‘picknick’ over zee en zien diverse donkere noordse stormvogels en een vrouw koningseider. Het is fris zat en lang houden we deze buitenactiviteit niet vol.

In de middag staat de haven van Båtsfjord op het programma. Het is een rit die goed is voor de nodige kilometers maar de route is landschappelijk mooi. In de haven zitten heel veel grote meeuwen op daken van een visafslag. Een korte zoektocht levert minimaal 2 kleine burgemeesters en een grote burgemeester op. Hoogzomer zijn dit niet hele algemene soorten in dit deel van Europa.

Kleine Burgemeester / Iceland gull
Kleine Burgemeester / Iceland gull

Terwijl we terug slingeren zijn we getuige van een fantastisch paartje roodkeelduikers op een meertje pal langs de weg. Schattig gezicht hoe een mannetje een visje komt brengen bij het vrouwtje dat op de eieren zit.

Een onverwachte afslag het kale niemandsland in levert eindelijk een fraaie morinelplevier op.  Schijnt ook vrij algemeen te zijn, maar het heeft toch een tijdje geduurd voordat we deze aantrekkelijke soort tegen zijn gekomen.

We besluiten voor het eerst deze reis uit eten te gaan en het leek ons budget technisch verstandig om dit maar niet in een al te sjiek restaurant te doen. Aan de rand van Varangerbotn stappen we binnen in een veredelde grillroom en krijgen het voor elkaar om onder de magische 50 euro grens te blijven. Toegegeven de grillburger en de patatjes waren lekker.

Het is een fantastische avond, helder weer en windstil. Perfect omstandigheden om de eerder deze week gemelde Pacifische grote zee-eend (Stejnegers) terug te vinden. In de avond heb je daarnaast ook nog eens prima lichtomstandigheden.  De eerste groepjes gemengde zee-eenden zijn goed af te kijken, maar de snavels zijn moeilijk te determineren. Ze slapen nogal veel, die zee-eenden.. Iets verderop zien we een vogelaar met telescoop in de berm. Juist op dit moment heeft deze vogelaar ( Egil Ween) de vrouw Pacifische Grote zee-eend teruggevonden. Na goede aanwijzingen krijg ik de vogel te zien met snavel uit de veren. Het is lastig maar de snavel valt op. Het heeft wat weg van een ‘ski-schans’. Egil verteld vervolgens dat de Kleine sprinkhaanzanger zojuist ook zat te zingen. We besluiten daar ook nog even langs te gaan en ik verricht fantastische zang en zichtwaarnemingen van deze lastige en vooral hele zeldzame soort. Het is inmiddels tegen 23.00 uur als we terug zijn bij de camping, maar wat een top afsluiting!

Kleine sprinkhaanzanger / Lanceolated warbler
Kleine sprinkhaanzanger / Lanceolated warbler

Zondag 12 Juli Varangerbotn – Neiden – Finland

Ik heb vandaag nog een klein hoopje op een waarneming van een sperweruil. Het is tenslotte een invasiejaar en volgens velen is deze soort dit jaar niet te missen. Met zulke opmerkingen begint het natuurlijk ergens te knagen. De druk nam gedurende reis flink toe, want nu komt alles op de laatste kansrijke dag aan. We gokken op het noordelijk deel van Finland waar we later deze dag doorheen zouden rijden, maar gelukkig is het ons gegund! Ten westen van Varangerfjord , gewoon langs een drukke weg met boerderijen en kleine huisjes zit op een telefoonlijn een juveniele sperweruil. We zetten de auto in de berm en kunnen bijna met sperweruil op de foto. We wachten ruim een half uur , maar verder dan een ‘draadplaat’ komen we niet. Toch zijn we erg blij met deze mooie toevoeging aan de lijst, het scheelt natuurlijk behoorlijk dat er vorig jaar langdurig een sperweruil in hartje Zwolle heeft overwinterd en ik deze soort dus al een keer gezien had.

Aan de zuidkant van het fjord zien we een fraaie ruigpootbuizerd jagen en bij een idyllisch kerkje nabij het gehucht Neiden, zoek ik nog naar een Noordse Boszanger. Deze zeldzame loofzanger laat zich vrij snel lokken en in de toppen van de kronen is regelmatig de megavette wenkbrauwstreep te zien. In de middag rijden we zonder noemenswaardige waarnemingen door richting Ivalo, waar we de nacht doorbrengen in een trekkershut langs de rivier en maken we ons op voor de laatste dagen in het hoge noorden.

Finland, Lapland & Varanger Part 6 : Varangerfjord

Woensdag 8 juli Nesseby – Vardø – Kiberg – Vardø

Rond 13 uur zien we bij Varangerbotn het fantastische Varangerfjord verschijnen. Heerlijk om na al die dagen taigabossen en veen  een ruige kuststrook en de horizon te zien. Het beviel prima in Fins-Lapland, maar deze gedaanteverwisseling van het landschap was ik wel even aan toe. Het is ‘hoogzomer’ maar alles staat in bloei, oogt fris en het is zowaar helder weer met een enkele bloemkoolwolk.

Varangerfjord is het meest oostelijk gelegen fjord van Noorwegen in de provincie Finnmark. Het fjord is ongeveer 100 kilometer lang en bij de monding ( ter hoogte van Kiberg) ongeveer 70 kilometer breed. Voor vogelaars (natuurliefhebbers) is Varangerfjord één van de mooiste bestemmingen van Europa. In de winter (ongeschikt voor koukleumen) zitten de havens rammetje vol met de mooiste eenden uit ieders vogelboek. Stellers eidereend, koningseider en ijseenden verblijven dan in de diverse havens rondom het fjord. In de zomer is de afwisseling tussen hele zeldzame soorten voor het ‘vasteland’ van Noord-Europa en zomerkleed broedvogels die wij kennen uit de trektijd en winter bijzonder aantrekkelijk.

Onze eerste stop is bij het kerktorentje van Nesseby. Een prachtige plek voor zeevogels ( bij aanlandige wind) en een poel die goed zou moeten zijn voor grauwe franjepoten. In korte tijd zien we grote jager, grauwe ganzen, grote zee-eenden en roodkeelpiepers.  Het is werkelijk fantastisch helder weer, maar er staat een venijnig windje waardoor de gevoelstemperatuur beduidend lager ligt.

We rijden door en maken een stop bij Vestre Jakobselv Camping om daar twee nachten te reserveren voor later in de week. Het blijkt ( gezien de grote afstanden) verstandiger om vanuit verschillende locaties het fjord en de hoogvlaktes te verkennen.

Het vervolg van de weg naar Vardø is fantastisch. We zien verschillende biddende ruigpootbuizerds en de nodige zeearenden. Tussen Kiberg en Vardø eiland passeren we een poel met een viertal onrustige grauwe franjepoten. Via een circa 3 kilometer lange tunnel komen we aan op Vardo.

Vardø Island
Vardø Island

We slapen de komende twee nachten in Skagen Bo bij de gastvrije en zeer vriendelijke Noorse Laila en Svein Borgersen. We delen keuken en sanitaire voorzieningen met een gezin uit Zwitserland en een jong Fins stel. De tuin delen we dan weer met een roodkeelpieper.

Roodkeelpieper / Red-throated pipit
Roodkeelpieper / Red-throated pipit
Zeearend / White-tailed Eagle
Zeearend / White-tailed Eagle

In de namiddag besluiten we nog een rondje te maken. Het is immers zonnig en dat is bijzonder in deze regio. We rijden eerst naar de haven van Vardø en zien net de veerboot vertrekken. In de haven broeden overal drietteenmeeuwen tegen de gekleurde Noorse boothuizen. Een leuk gezicht. Vanaf de wal zien we verschillende zwarte zeekoeten en een ijseend dobberen en probeer ik de schitterende noordse sterns te fotograferen.

Noordse Stern / Arctic tern
Noordse Stern / Arctic tern

Vervolgens gaan we richting de haven van Kiberg. Onderweg zien we diverse kleine jagers in fantastische kleden. Ze zitten soms dichtbij de weg en het licht is fenomenaal. In de verte zien we een jagende velduil.  In de haven van Kiberg is het een kwestie van ‘scopen’. Vanaf een strekdam zien we bijna 20 ijseenden en 12 zwarte zeekoeten. Over zee vliegen diverse alken, zeekoeten en papegaaiduikers. Op wat grotere afstand ‘keilen’ jan-van-genten en kleine jagers.

We rijden richting een baai waar we op de heenweg heel veel eenden zagen drijven. Via landweggetjes komen we tot bijna op strand. De auto functioneert prima als windscherm als ik de telescoop op de grote groep eenden richt. Ruim 40 ijseenden, bijna 300 grote zaagbekken, honderden eidereenden en een nieuwe soort! Op vrij grote afstand ontdek ik een klein eendje met witte randen aan de flank. Een vrouw stellers eider. Het is een nieuwe, maar ik zou toch eigenlijk nog een keer terug moeten om een mannetje stellers eider prachtkleed te zien. David Gosney maakt in zijn dvd: ‘Finding birds in Lapland’ de meesterlijke vergelijking met Keith de zanger van de Prodigy.

Laat in de avond begin ik de vermoeidheid ( al 20 uur wakker) te voelen en eten we wat tegen 22.00 uur. Daarna is er de middernachtzon!  Het is een schitterende nacht en de 8° is voor sommige inwoners genoeg om in korte broek , rok of zelfs bikini in de tuin plaats te nemen en dat terwijl wij onze winterjas nog een keer goed vast ritsen.

Donderdag 9 juli, Vardø – Sandfjord – Hammingberg 

Het is moeilijk om tijdens goede weersomstandigheden keuzes te maken. Gezien de weersvoorspelling proberen we na de lange dag van gisteren toch op tijd te vertrekken. In de ochtend zou het redelijk weer zijn en in de middag zou het vertrouwde grauwe beeld weer terugkeren. Omstreeks 7 uur ontbijten we en zetten we koers richting de mooie route naar het verlaten dorpje Hamningberg.

Als we uit de tunnel rijden verrichten we een steengoede waarneming. Boven in een telefoonmast zit een heuse giervalk. In eerste instantie maak ik een bewijsplaatje van de vogel vanuit de auto, maar de vogel staat zelfs toe dat ik uitstap en de afstand tussen mij en de vogel verklein. De giervalk is een broedvogel in dit deel van Noorwegen, maar goed gaat het allerminst met de soort. Veel nesten van deze valkachtige worden leeg geroofd door mensen die deze vogels voor de handel vermarkten. De nesten die ik kende in Noorwegen waren inderdaad allemaal verlaten. De soort wordt helaas steeds zeldzamer. Giervalken jagen in deze tijd van het jaar op de grote zeevogelkolonies van Ekkeroy en Hornøya. Daar hobbelen nu namelijk donzige vleugelloze kuikens van zeekoeten, alken en drieteenmeeuwen rond. Na enige minuten verdwijnt de vogel dan ook met hoge snelheid richting het eilandje Hornøya.

Het begin van de weg gaat over een hoogvlakte vol toendravegetatie. Tijdens stops horen we een strandleeuwerik zingen en in de berm zit een fantastisch zomerkleed ijsgors. In Nederland moeten we het meestal doen met vogels in winterkleed en nog veel vaker met een droog rateltje en een stipje in de lucht. Op de plasjes dobberen paartjes roodkeelduiker.

De smalle weg begint wat te slingeren en het landschap wordt ruiger en ruiger. Op de hoge rotskusten zit af en toe een zeearend. Vanaf de weg kijk je over de ijskoude Barentszee. Een telescoop is hier onmisbaar om de grote groepen eidereenden te bekijken. Bij de zoveelste groep ‘eiders’ is het raak. Een prachtige zomerkleed koningseider trekt de aandacht. Lijkt een stellers eider in prachtkleed het meest op Keith van de Prodigy, deze vogel heeft toch het meeste weg van een clown..Ik tel in een groep van circa 200 eiders minimaal 3 koningeiders. Gedurende de dag zien we bijna 20 (!) van deze ‘clowns’ in verschillende groepen eiders. De grootste groep bestaat uit veertien vogels. Bij deze groepen zien we ook veel ijseenden, zwarte zeekoeten, zwarte zee-eenden en grote zaagbekken.

Een vijftal kilometers voor Hamningberg stoppen we bij de, uit zandduinen bestaande, baai van Sandjord. Voor de kust zien we een flinke grijze zeehond en in de lage wilgjes langs de rivier zingen fitis en roodsterblauwborst. Een alarmerende temmincks strandloper bewaakt zijn territorium en er grazen wat rendieren. Een aantal oeverzwaluwen vliegen rond. Dat verwacht je ook niet in deze koude uithoek van Europa.

Voor de tweede keer zien we overtuigende witstuitbarmsijzen. De weg is heerlijk rustig, maar precies als ik een foto wil maken van een sneeuwwitte witstuitbarmsijs passeert er een camper..grrrom.

Witstuitbarmsijs / Arctic Redpoll
Witstuitbarmsijs / Arctic Redpoll
Rendier
Rendier

Het laatste stukje van de rit richting het eindpunt gaat door ‘arctisch maanlandschap’ en opeens doemen kleine gekleurde huisjes op. Het verlaten vissersdorpje Hamningberg. Vroeger leefde hier nog traditionele vissers en het dorp is ook na de Tweede wereldoorlog onaangetast gebleven. Tegenwoordig hebben de woningen een recreatieve functie en dienen als vakantiehuisje.

Bij de pier zetten we de telescoop op. Regelmatig scheren noordse stormvogels voorbij en horen we barmsijzen roepen. Het duurt niet lang voordat ik een prachtige groepje van drie geelsnavelduikers in beeld krijg. Het zijn enorme bakbeesten met een gele ‘bananensnavel’. Door de golven is het af en toe lastig de vogels weer terug te vinden. Niet veel later valt mijn oog op een geelsnavelduiker in prachtig zomerkleed. Wat een mooie tekening heeft dit exemplaar, door die gitzwarte kop en hals, steekt de gele snavel lekker af. Ik houdt mijn telefoon tegen de telescoop en probeer een filmpje te maken van deze vogel. Uiteindelijk zien we zeven verschillende exemplaren.

De tijd tikt door als we terugrijden richting Vardø. Op de terugweg zien we nog een onvolwassen grote burgemeester voorbij vliegen en zien een schuw mannetje sneeuwgors. Voldaan zitten we s ‘avonds te peuzelen aan de gigantische scharen van een vers gevangen ‘Kingcrab’ verzorgd door de eigenaar van ons pension. Met een beetje mayonaise, een drupje citroensap en een geroosterde boterham een heerlijk streekproduct.

Lesbos vogeleiland part 2: de specialiteiten

De vogeltrek op Lesbos is fenomenaal, maar het Griekse eiland heeft veel meer te bieden. Door de ligging in het uiterste zuidoosten van Europa komen er een aantal zeldzame vogels voor met een uiterst beperkt verspreidingsgebied.  Uiteraard hadden we tijdens de 8-daagse rondreis van Inezia Tours alle aandacht voor deze bijzondere en soms lastig te lokaliseren vogelsoorten.

Rotsig en doornig 

Rotsige berghellingen en doornig struikgewas is het beeld langs de noordkust van het eiland. Vooral de omgeving tussen Petra en Molivos voldoet precies aan deze beschrijving. Het is het domein van de grasmussen (Sylvia’s). Als we net zijn aangekomen horen we overal krassende en ratelende roepjes van Sylvia’s . In korte tijd zien we enkele fraaie baardgrasmussen  en een hele opvallende: de Rüppells grasmus. Het prachtige mannetje zit bovenin een zangpost en met wat geduld laat die zich uitmuntend bekijken.  De vogel heeft door zijn rode ogen wel wat weg van de , in Europa, veel algemenere kleine zwartkop, maar heeft oa een opvallend zwarte keel, een wat langere hals en twee witte baardstreepjes.  Rüppells grasmus is een behoorlijk zeldzame soort en komt oa op een aantal plekken in Griekenland en in Turkije tot broeden.

Langs de noordkust treffen we nog meer specialiteiten aan zoals de geheimzinnige Aziatische Steenpatrijs.  Uit ervaring weet ik dat deze soort zich niet altijd gemakkelijk laat zien en zich vaak wat hoger in de bergen ophoudt.  We treffen het dan ook behoorlijk, als tot tweemaal toe een exemplaar langs de weg scharrelt.  Het grote verschil met de gewone  steenpatrijs is de crème kleurige keel. Daarnaast stopt het verspreidingsgebied van die soort ongeveer in Griekenland en komt op Lesbos alleen de Aziatische vorm voor.

Bloemenzee

vallei

We rijden en wandelen langs de mooiste rotskusten , maar  bezoeken ook fraaie valleien die in deze tijd van het jaar veranderd zijn in een bloemenzee.  Het is het leefgebied van de bruinkeelortolaan,  maskerklauwier en de rouwmees.  Vooral de eerste twee zien we veelvuldig en en uiteindelijk komen we ook verschillende paartjes rouwmees tegen.

Bruinkeelortolaan
Bruinkeelortolaan
Bruinkeelortolaan
rouwmees
Rouwmees

We horen tevens zingende cirlgorzen, roepende hoppen en zien een zwijgzame middelste bonte specht .  De enige soort die we  niet te zien krijgen blijkt nog niet terug te zijn uit ( Zuid!) Afrika , namelijk de Griekse spotvogel.

Kale hooglanden 

De echte hooglanden aan de westkust zijn spectaculair. Het landschap en de vergezichten zijn schitterend.  De hellingen zijn hier droog en rotsig en er staat enkel wat lage vegetatie. Verspreidt staan wat bomen.  Een ander landschap betekent ook weer andere soorten. Op een hoge bergketen gaan we op zoek naar de westelijke smyrnagors . In deze regio treffen we ook een aantal izabeltapuiten  maar ook veel oostelijke blonde tapuiten en arendbuizerden. 

Tijdens een wandeling horen we op meerdere plaatsen smyrnagorzen zingen. Het is nog een hele uitdaging om de vogels te vinden en in telescoop te zetten. Uiteindelijk lukt het om minimaal twee vogels te zien te krijgen.  Het zijn opvallend gorzen, maar door de frisheid van het groen aan de bomen valt hun citroengele  kop met grijzige borst aardig weg in het bladerdek.

smyrnagors

Turkse Boomklever 

De laatste soort die  niet mag ontbreken na een weekje Lesbos’ is de Turkse Boomklever. Deze  klever komt vooral veel voor op Lesbos en in Turkije en is daarbuiten uiterst zeldzaam. In april zijn de vogels aan het broeden.  Via het circuit van vogelaars komen we erachter dat de Turkse Boomklever op een nieuwe locatie een nest in gebruik heeft. We navigeren met diverse route beschrijvingen door het uitgestrekte naaldboombos van Achladeri. Uiteindelijk vinden we een plek waar we , zonder de vogels te storen, prima waarnemingen verrichten van deze zeldzame vogel. Razendsnel vliegt een paartje richting het nesthol om de jonge vogels te voeren. Omdat de vogels nu niet meer zingen of roepen was het anders lastig, dan wel onmogelijk geweest om de vogels te zien tijdens te trip.  Een mooie aanvulling op de indrukwekkende triplist.