Tagarchief: Fotografie

North Atlantic Odyssey ( 4)

Longyearbyen

Van 29 mei t/m 17 juni 2016 ben ik voor Inezia Tours en Vogelbescherming Nederland als gids mee geweest op expeditie schip de Planicus van Hansweert ( Zeeland) naar Spitsbergen.

Vanaf het schip is een dagelijks blog bijgehouden. De verhalen zijn hier te lezen.

Lezing? Neem vrijblijvend contact op met mij

 

 

 

Maleisië : Fraser’s Hill

Fraser’s Hill was één van de hoofdbestemmingen van onze reis. De regio beloofde spectaculaire uitzichten, mooie bergwouden en vele vogelspecialiteiten. De verwachtingen kwamen uit en de dagen vlogen voorbij. Fraser’s Hill is een aanrader voor natuur en vogelliefhebbers die een bezoek aan Zuidoost-Azië overwegen.

13 maart 2016

The Gap, Jelai Resort en de modderige Hemmit trail

We rijden in alle vroegte in noordoostelijke richting. Vanaf Kuala Selangor een ritje van ruim 2,5 uur. Het laatste uur van de rit , tot aan de befaamde ‘Gap’, is het genieten geblazen. Fantastische woudreuzen en snelstromende riviertjes passeren terwijl we al slingerend hoogte winnen. Het is verleidelijk om enkele malen te stoppen , maar we houden ons in. Rond 9 uur komen we aan de bij de ‘Gap’. Vroeger was hier een Guesthouse, tegenwoordig een toiletvoorziening en wat vervallen panden.  The ‘Gap’ spookt een beetje en vanuit half ingestorte woningen heb je zicht op dichte pakketten bamboe en duistere bosbodems. De bergbossen kennen verschillende gradaties. Iedere hoogtezone heeft een andere bossamenstelling en bevat andere vogelspecialiteiten. Het is dus wijsheid om tijdens een meerdaagse bezoek verschillende hoogtes rondom Bukit Fraser te bezoeken.

11.jpg

We besluiten te starten met een wandeling langs de ‘Old Road’.  Het is bovengemiddeld druk, voornamelijk met wielrenners. In Maleisië is het namelijk tot en met vandaag vakantie ivm Chinees Nieuwjaar. Het maakt voor de vogelactiviteit niet uit. Na enkele kilometers wandelen komen we een fantastische gemixte groep vogels tegen ( feeding flock) . Ruim 30 verschillende zangvogels houden zich op langs de weg. Leuke soorten die we treffen zijn Chestnut-backed scimitar babblerBuff-necked woodpecker,  Red-billed malkoha en Silver-breasted Broadbill .

Heerlijk om na enkele kilometers lopen opeens zoveel vogelactiviteit te treffen. Bladderen in het boek, plaatjes schieten en nieuwe soorten bewonderen. Reislustige vogelaars kennen dit gevoel, heerlijk!

We lopen weer naar beneden en bij de ‘Gap’ treffen we een leuke verrassing. Een groepje van zes Pin-tailed parrotfinches doet zich tegoed aan de bloeiende bamboe. Wat een fraaie soort en totaal onverwacht!

We checken in bij het Shahzan Inn hotel .Eind van de middag maken we vanaf deze plek nog een wandeling. Bij het verlaten Jelai resort treffen we een lege parkeerplaats met wat broodkruimels. Een grote groep vogels heeft het erop voorzien. We doen op korte afstand waarnemingen van Fire-tufted Barbet, Long-tailed Sibia en Silver-eared mesia . De hele wandeling is goed. Vanaf het dorp lopen diverse trails. Eén van die trails is de Hemmit Trail. Slechts 1,5 kilometer lang, maar glibberig en matig onderhouden.Het kost dus iets meer tijd.  We maken direct kennis met een beruchte grondbewoner van Maleisië : de bloedzuiger.  Rijkelijk vertegenwoordigd op de modderige en met bladeren bedekte paadjes. Qua vogels is het niet slecht, maar het zicht is ronduit belabberd. We doen nog wel een goede waarneming van een Striped-wren Babbler en langs de weg zit nog een fraaie Large Niltava.  Hoogtepuntje van de middag was de extreem groene Green Magpie die luidkeels zat te roepen langs de Golfbaan.

Large Niltava.jpg
Large Niltava

 

In de avond doen we nog een poging voor een Brown-wood Owl. Hoofdlampjes en zaklampen in de aanslag, maar het levert weinig uilen op. Boven de weg vliegt nog wel een Grey nightjar.

14 Februari

Hogerop: Bishop trail en Telecom Loop

Een uur voor zonsopkomst (6.15) sta ik voor ons hotel en loop ik richting het begin van het dorp nabij de Old Road Gate. Gisterenavond ving ik geruchten op, dat bij deze plek onregelmatig een ‘Malayan Whistling thrush’  zou zijn gehoord. Daar moet je vroeg voor op, want deze geheimzinnige fluitlijster is vocaal actief voor zonsopkomst. Een Pygmy wren babbler laat van zich horen, een groene boomslang ligt naast me op het natte wegdek en in het bos roept een Mountain scops owl. Om 7.15 besluit ik een stukje langs de weg te lopen. Het levert een fraaie Orange-headed thrush en White-tailed Robin op, maar van de gewenste Malayan Whistling thrush ontbreekt tot op heden ieder spoor..

Na een heerlijk ontbijt gaan de bergschoenen weer aan voor de befaamde Bishop Trail. We knopen de bloedzuigersokken op tot aan de knieën. Het is mistig, maar dat is niet heel ongebruikelijk  op deze hoogte. Het nadeel is echter wel, dat de mist, uiteindelijk veranderd in een mix van mist en miezerige regen. Niet goed voor de  vogelactiviteit , hele goede omstandigheden voor bloedzuigers…Ook deze trail valt een beetje tegen,het is een beetje verpauperd allemaal. Het bos is natuurlijk mooi , maar de paadjes zijn erg modderig , dat je nauwelijks om je heen kan kijken. Vanuit de vallei roept een Rust-Naped Pitta en we zien een Red-headed Trogon.

Red-headed Trogon.jpg

10.jpg

Noodgedwongen brengen we een ruim half uur door in een schuilhut. Het miezeren was voor korte tijd veranderd in een hoosbui. Gelukkig duurt het niet al te lang en als we de trail verlaten breekt zowaar de zon door. Op het natte wegdek zitten diverse vliegenvangers. In de berm zit een fraai vrouwtje Mugimaki flycatcher. Iets verderop treffen we het dieporanje mannetje en een gitzwarte man Little pied flycatcher.

mugimaki flycatcher vrouw
Mugimaki flycatcher
Mugimaki flycatcher man 2
Mugimaki flycatcher
pied flycatcher
Little pied flycatcher

 

Aangekomen bij de auto treffen we een aantal Britse vogelaars. We wisselen wat waarnemingen uit en krijgen een zeer bruikbare tip. De ‘Telecom loop’ ,iets buiten het dorp, blijkt buitengewoon goed te zijn. De afgelopen dagen zou hier meermalig Malayan whistling thrush zijn gezien en gehoord. Ook de tot op heden gemiste Malayan Partridge zou hier makkelijker zijn. Het doel van de middag was daarmee duidelijk: De Telecom Loop.

Met een huurauto is deze plek zeer gemakkelijk te bereiken. Het voordeel is dat de weg prima toegankelijk is. Je kan hem rondrijden en overal zijn mogelijkheden om te stoppen. Vogels laten zich hier vele malen beter zien als op de verpauperde trails. Op de weg zien we vele Siberische lijsters. Gedurende een paar uur vogelen scoren we goede soorten : Blue nuthatch, Long-tailed Broadbill, Malayan Partridge ( alleen gehoord), Rusty-Naped Pitta. De Long-tailed broadbill had ik al eerder gezien in Thailand, maar het blijft leuk om deze ‘Mickey Mouse’ van het vogelrijk weer tegen te komen.

Long-tailed broadbill 2.jpg
Long-tailed Broadbill

 

We passeren een heel klein stromend beekje wat de weg doorkruist. Dit zou de plek moeten zijn die de Engelse collega vogelaar bedoelde voor de Malayan whistling thrush. Het tijdstip (14.00) was ongeschikt voor de soort. De Telecom loop was buitengewoon effectief en goed toegankelijk dat ik later die dag nog even terug zou gaan.

In de namiddag is het zonnig. Grote hordes toeristen verlaten de hotels van Bukit Fraser’s. De vakantie zit erop. Een groot verschil met gisteren en het dorp is weer bijna zo goed als verlaten. We besluiten nog even naar het Jelai Resort te gaan. Met zulk fantastisch licht zou het fotograferen makkelijker moeten zijn. In korte tijd schiet ik een hele lading plaatjes, hieronder een selectie.

Het is rondom zonsondergang als ik voor een tweede keer deze dag de ‘Telecom loop’ rond wil rijden. Een betere kans voor de whistling thrush zou ik niet krijgen. De weg is daarnaast goed voor overstekende patrijzen en fazanten. De laatste soortgroep behoorde serieus tot de mogelijkheden , want recent is er ook een Mountain Peacock pheassant waargenomen. Een endeem, die tegenwoordig extreem lastig is geworden in Maleisië. Op de weg zitten diverse leuke vliegenvangers en de nodige Siberische lijsters. Een luidkeels zingende Rufous-browed flycatcher trekt de aandacht. In de schemer maak ik, met veel te hoge isowaarde, een bewijsplaatje. Gewoon omdat het kan.

rufous browed flycatcher 2.jpg
Rufous-browed Flycatcher

 

Siberian thrush 2
Siberian Thrush

 

Net na een bocht, blijkbaar in de buurt van het stroompje, zie ik in de koplampen een vrij kleine donkere lijster. Een blik door de voorruit met verrekijker bevestigd dat het de endemische Malayan whistling thrush is. Precies bij het stroompje! Ik parkeer de auto, maar de vogel is de vallei ingedoken. Niet ver van mij vandaan hoor ik scherpe hoge fluittonen. Ik doe mijn uiterste best om in het duister een silhouet van de vogel te ontdekken, maar die poging is tevergeefs. Voldaan rij ik terug richting het hotel! Een lastige endeem, die door veel vogelaars wordt gemist zit in de tas.

15 Februari

Telecom Loop, Old Road , The Gap

De laatste volle dag in Fraser’s Hill. Voor zonsopkomst rij ik weer richting de ‘Telecom loop’. Deze weg is gewoon verslavend. Het blijft spannend om over de weg te slingeren met de koplampen aan. De kans dat er zomaar wat over kan steken is hier groot. Ik rijd de weg zelfs twee keer rond met de ramen open. Tijdens het eerste rondje zie ik vlak voor de auto een smalle katachtige: een Asian Palm Civet ! Het dier trekt zich weinig van mij aan, maar voor een foto is het nog te donker. Op de weg zitten naast Siberische lijsters ook weer een Orange-headed thrush. Ik hoop natuurlijk op een vervolgwaarneming van de whistling thrush, maar na ruim een half uur posten , geef ik het op.

Na het ontbijt besluiten we vanuit het hotel de ‘Old Road’ af te lopen richting ‘the Gap’. Terug zouden we dan een lift nemen zodat we de klim niet hoefde te maken. De wegen van en naar Bukit Fraser’s zijn beide eenrichtingsverkeer en stoppen is verboden, vandaar deze creatieve oplossing.

11b.jpg

Het is een leuke wandeling en het vogelen is onderhoudend. Een fraai vrouwtje Red-Headed trogon laat zich mooi bekijken. Bij the Gate van de ‘Old Road’ treffen we een koppel met Slaty-backed forktails. Ze hebben blijkbaar een nest in het wachtershuisje. In het zonnetje zit een fantastische Sultan Tit.

forktail
Slaty-backed forktail
Sultan Tit
Sultan tit

Op een bekende plek voor de endemische Marbled-wren babbler hebben we geen succes. Het kostte ook teveel tijd om deze locatie wandelend te bereiken. Ik had echter nog een sluw plannetje voor de avond..

Een beetje doffe roffel van een specht trekt de aandacht. Op gigantische holle bamboo zit een bamboo woodpecker te trommelen. Ze zijn erg bewegelijk , maar een bewijsplaatje lukt. Op het zelfde moment zien we een schitterend paartje Silver-breasted broadbills. Wauw!

We nemen een lift terug en gaan vervolgens richting de Jeriau Waterfalls. Een mooie plek en ook hier zitten Slaty-backed forktails. We zijn de enige die daadwerkelijk naar de waterval lopen. De meeste Aziatische toeristen hebben genoeg voldoening van een selfie met de parkeerplaats en een informatiepaneel…

De ‘New Road’ (de weg naar beneden) hadden we nog niet gereden. De staat van de weg is inderdaad beter. We zien een aantal cirkelende Aziatische wespendieven en een Blyth’s Hawk eagle. Aangekomen op de inmiddels bekende ‘Gap’ lopen we een stukje richting Kuala Lumpur. Je kan eigenlijk op iedere willekeurige plek starten. Het is vrij warm en we zien een aantal fraaie dagvlinders. Met moeite ontdekken we enkele spechten. Als de schemer valt rijden we via de ‘Old Road’ naar boven. Het idee was, dat dit  het goede tijdstip zou kunnen zijn voor de Marbled wren babbler. Illegaal ( maar geen mens te zien..) parkeer ik de auto in de berm. In de schemerte begint er een Marbled wren babbler te roepen. Ik zie een schim bewegen, maar meer dan dat wordt het niet.  Ik markeer de waarneming met GPS en stuur in de avond een Whatsapp richting vogelvriend Arjan Dwarshuis.  Hij zal morgen aankomen op Fraser’s Hill en we hebben durende de aanloop contact over de meest recente informatie van soorten en locaties.

Arjan is bezig met een wereldrecordpoging vogels kijken en reist daarvoor de wereld over. Daarnaast haalt hij geld in voor zwaar bedreigde vogelsoorten middels een Fundraiser project. Voor meer informatie en een donatie kijk hier.

16 februari

Laatste ochtendje met Bishop trail en hele groene eksters.  

Een ochtendrondje langs de ‘Telecom’ loop leverde niet veel nieuwe vogelsoorten op. Wel een goede zichtwaarneming van een Rusty-naped Pitta. Pitta’s zijn altijd lastig te zien, maar bij deze soort is het nog net een tandje erger. Al drie dagen lang hoorde ik deze soort roepen. Soms had je het idee dat ze tussen je benen door liepen, maar vanochtend had ik dan eindelijk een vogel in de kijker.

We checken na het ontbijt uit bij Shazan inn en trekken de bloedzuigersokken nog even aan. Omdat de weersomstandigheden werkelijk fantastisch waren , wilde we nog één keer de Bishop trail lopen. Na enkele honderden meters hoor ik een Malayan Partridge roepen. Gehurkt wacht ik op een glimp van de vogels, maar het mocht niet baten. Een persoonlijk hoogtepunt dient zich aan. Een fantastische waarneming van een Green magpie. Niet de zeldzaamste vogel van Bukit Fraser, maar wat een kleuren. Een mooie afsluiter van ons bezoek aan deze schitterende vogelplek! Op naar een nieuwe droomplek, een Nationaal park van wereldklasse: Taman Negara.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vogels, zand en wolkenkrabbers UAE (2)

Maandag 8 februari

Jebel Hafeet, oorgier en strandlopers

Vanmorgen in alle vroegte zetten we koers in zuidoostelijke richting. Een lange rit richting een uithoek van de Emiraten. Vandaag stonden oa de gebieden Jebel Hafit & Green Mubazzarah op het programma. Honderden kilometers rijden we over brede banen asfalt door de woestijn en als we de stad Al Ain in rijden zien we een enorme rotsige bergketen en een groene oase. Niet alleen voor ons een verademing, na al dat zand, maar ook voor vele vogels die in dit groenrijke paradijs overwinteren.

We beginnen met de klim omhoog. Voor deze keer laten we de huurauto het werk doen. Langs de weg vol haarspeldbochten liggen aangeveegde parkeerplaatsen waar je een fantastisch uitzicht  hebt over de Emiraten en buurland Oman. Op diverse rotsen zitten koppeltjes humes’tapuiten (humes wheatear) en op de parkeerplaats schuifelen woestijnleeuweriken rond. Een fraaie monnikstapuit en een paartje Arabische woestijnpatrijzen maken het vogelfeest compleet. De zon begint hoogte te winnen en het  uitzicht is fantastisch. Vale rotszwaluwen foerageren in het luchtruim en ik zoek driftig naar de hier soms aanwezige Barbarijse valk.  Bij iedere parkeerplaats die we aandoen zien we woestijnpatrijzen. De soort is hier algemener, dan ik had verwacht. Op de vangrail van de weg zit een blauwe rotslijster te zingen. Toch wel een verademing dat na die lange autorit, zowel de bestemming als de vogels, aan de verwachtingen voldoet. Bovenop deze bergketen ligt een modern Mercure hotel als een paleis te pronken. In de ‘tuin’ van dit enorme complex zit een striolated bunting (gestreepte gors) .

We slingeren dezelfde route weer naar beneden en vervolgens bewonderen we de groene voet van de berg. Diverse sproei-installaties zorgen hier voor mooie groene grasmatten en bloemrijke plantsoenen. Uiteraard trekt dit water leven aan, zeker op deze door zandduinen ontsloten plek. Op de veldjes foerageren hoppen, waterpiepers en een enkele citroenkwikstaart. In een paar plukken riet zingt snoeihard een Indische Karakiet en vliegt een ralreiger op. Het wordt iets warmer en we struinen door een wadi. Een dwergarend begint actief te thermieken en in een schamel struikje zit een Ménétriés’ zwartkop .

Aan het eind van de ochtend zoeken we het avontuur . Op de kaart hadden we een aantal smalle weggetjes gezien , dwars door de woestijn , richting een bekend zoetwatermoerasje. Via een elektronische slagboom rijden we naar binnen. Grote stukken ‘zandbak’ zijn hier ingerasterd voor kamelen. Heel ver komen we niet, want het mulle zand laat de wielen af en toe tollen en het risico op een langdurige verblijf zien we niet zitten. Onverwacht levert het wel een aantal leuke woestijnsoorten op. Een maskerduif , isabeltapuit, woestijntapuiten en een waarschijnlijke barbarijse valk.. Op een willekeurige plek staan we even stil en boven in een kaal struikje laat een woestijngrasmus van zich horen.

Het meertje wat we bezoeken is , volledig volgens verwachting, afgeladen met vogels. Daarmee ook zeer effectief voor de ‘UAE-trip-soortenlijst’. Grote groepen tafeleenden, honderden dodaars, zwarte ibis, tientallen Temmincks strandlopers. Wat is water toch belangrijk voor leven. Het plasje zo groot als een paar voetbalveldjes zit tot de nok toe gevuld met vogels. Overal zingen Indische karkieten en het miegelt van de piepers en kwikstaarten. De verrassing komt tijdens de boterhammen met vruchtenjam. Op enorme hoogte zeilt een gier over. Te groot voor een aasgier en de vorm van de staart klopt niet voor deze soort. Op de foto’s is te zien dat het om een oorgier ( Lapped-faced vulture) gaat. Een zeldzame soort in dit deel van het Midden-Oosten.

We laten het paradijselijke moerasje voor wat het is en via de drukke en grote plaats Al Ain rijden we weer richting het noordwesten. Een beetje gaar van de lange autorit installeren we ons op het verlaten strand. Het is vallend tij en de omstandighedenn zijn  om van de vele steltlopers te genieten. Ik waag een poging voor een aantal foto’s en kruip al tijgerend richting de slikplaten. In een ongemakkelijke houding lig ik op zeer korte afstand van terekruiters, woestijnplevieren en kleine strandlopers. Een buitenkans om deze soorten te kunnen bekijken en om vast te leggen op foto. Het enige wat nog ontbrak was een dichtbij foeragerende krabplevier….

In de schemer rij ik nog een rondje door de woestijn in de hoop tegen een Egyptische nachtzwaluw aan te blunderen. Geen idee waar te beginnen, missie eigenlijk kansloos. Een Arabische vos is het enige dier wat ik aantref. In de avond dineren we voor het laatst in het restaurant nabij het hotel.

Dinsdag 9 februari

Hamraniyah fields, rovers en klauwieren in Mushrif NP en vakantiestress

Omdat je in de UAE garantie hebt op fraaie zonsopkomsten en dus fenomenaal licht om te fotograferen, besluit ik voor zonsopkomst nog naar een vogelgebiedje in de buurt te rijden. De afstand onderschat ik , maar gelukkig rij ik tijdens zonsopkomst langs sproei-installaties en een kakelgroen landbouwgebied: Hamraniyah Fields. Bij een huisje en een hek parkeer ik de auto. De lokale boer kijkt me wat vragend aan, maar bij het zien van mijn vogelboek, verrekijker en fototoestel weet hij genoeg. De poort gaat open en ik krijg wat fruit om op te knabbelen. Een prima pre-breakfast..Ik krijg toestemming om een ronde te maken over zijn velden. Het is spannend vogels kijken met diverse gekraagde roodstaarten, citroenkwikstaart, klapekster en een flinke groep spreeuwen. Een groep alarmerende myna’s trekt de aandacht. Ze hebben zich verzameld rondom een Aziatische Wespendief , een leuke soort zo op de vroege morgen. Ik heb helaas maar weinig tijd, maar deze plek heeft veel potentie. De lijst met waargenomen vogelsoorten is immers ook indrukwekkend en dat terwijl deze plek maar weinig bezocht wordt door vogelaars.

Om ca 9.30 nuttigen we voor het eerst een ontbijt bij het hotel en komen er enkele lachsterns drinken bij het zwembad. Zelfs de vele roepende huiskraaien zorgen voor een  ontspannen achtergrond orkest. Ondertussen schuiven er een Groene bijeneter en een kuifleeuwerik aan in de tuin.

 

Aan het eind van de ochtend rijden we richting het strand van Umm al-Qaiwain. Vanaf de kustlijn zien we op grote afstand tientallen reuzenzwartkopmeeuwen. Ze vliegen ver de zee op, waarschijnlijk op zoek naar vissersboten. Helaas lukt het niet om één van deze indrukwekkende beesten fatsoenlijk te fotograferen. Reuzenzwartkopmeeuwen vervelen natuurlijk nooit en het is iedere keer weer smullen om de bakbeesten te zien.

Na een aantal dagen ‘rustig verkeer’ is het tijd om via de drukke snelweg ‘Emirates road’ weer richting Dubai stad te gaan. Als je deze weg vanuit het noorden neemt, voorkom je in ieder geval een nog drukkere route door allerlei voorsteden. We hadden het Mushrif National park nog bewaard voor het slotstuk UAE. Het park is voornamelijk bekend vanwege de Gestreepte Dwergooruiltjes die hier voorkomen. Die konden we gezien het tijdstip ( 14.00 uur) van de dag wel op onze buik schrijven, maar andere leuke overwinterende soorten troffen we wel.

Een fraaie bastaardarend hangt boven de parkeerplaats en een shikra vliegt voorbij.In het park zelf is het stil en zijn voornamelijk de parkieten en maina’s luidruchtig aanwezig. Het park is speels en kneuterig op gezet, maar uiteraard trekt het vele groen een aantal leuke vogels. Nabij de moskee zit een nogal sneaky maskerklauwier die zich uiteindelijk uitgebreidt laat fotograferen.  Opvallend is vooral de hoeveelheid roofvogels. Regelmatig komt er een arend overvliegen en de vogels die ik redelijk kan bekijken determineer ik als bastaardarenden.

Met de gedachte dat we vroeg in de avond zouden gaan vliegen, zakken we wat verder af richting de luchthaven. Het Ra’s al-Khor Wildlife Sanctuary lag op de route naar het Dubai Creek park waar we de dag wilde afsluiten. Met het geraas van de snelwegen op de achtergrond en met zicht op de skyline van Dubai een contrastrijke plek. Rondom het wetland reservaat zijn drie hypermoderne vogelkijkhutten geplaatst en staan Leica verrekijkers ( zonder slot) klaar voor bezoekers. Er staan diverse steltlopers, groepjes ooievaars en er zwemt een onvolwassen roze pelikaan. De laatste was reeds eerder deze winter al ontdekt. Boven de mangroves vliegt een zwarte wouw en ook hier weer diverse bastaardarenden. Spectaculair en fotogeniek zijn de honderden flamingo’s. Pal voor één van de kijkhutten kleuren de slikplaten roze.

Volgens de navigatie is het vanaf het Dubai Creek Park circa 6 minuutjes rijden naar de Terminals van de airport. Genoeg tijd dus nog voor een loopje en een zonnetje in het fraaie Creek park. Vanuit het park zien we gigantische jachten liggen en stijgt een watervliegtuig op. We schrikken echter van de enorme hoop met auto’s, die al uren al toeterend rondom het park staan geparkeerd. De 6 minuten van de navigatie halen we niet en ruim 1,5 uur later komen we enigszins gestresst aan bij het verhuurbedrijf. Bij een tankstation gooi ik nog snel een emmer water over de auto heen om het vele stof te laten verdwijnen. De verhuurder vraagt gniffelend of het geregend heeft in Dubai….Het water zorgt voor een nog viezere auto maar gelukkig levert het geen sancties op.

Zonder problemen checken we uiteindelijk toch ruimschoots te voren in en vervolgen we onze reis naar Kuala Lumpur ( Maleisië)

 

 

 

Vogels, zand en wolkenkrabbers in de VAE (1)

Van 6 t/m 9 februari verbleven Cindy en ik, tijdens een lange tussenstop naar einddoel Maleisië, in de Verenigde Arabische Emiraten. Het leek ons een mooie aanvulling om de reis uit nog meer variatie te laten bestaan. Daarnaast breekt het de lange vlucht lekker op en konden we vast wennen aan de aangename zomers temperaturen.

Zaterdag 6 februari

De top van Dubai , Safa park & krabplevieren

In de namiddag van vrijdag 5 februari vertrekken we met de gigantische Airbus A380 van Emirates vanaf luchthaven Schiphol. Na een voorspoedige vlucht en het comfort wat we gewend zijn van deze luchtmaatschappij stappen we rondom middernacht , met onze bergschoenen, rond over de marmeren vloeren van de aankomst hal van Dubai International Airport. De GPS slaat een beetje laat aan, dus noodgedwongen nemen we de eerste rotondes en U-turns, maar uiteindelijk komen we met onze huurauto aan in het nabijgelegen hotel Dunes. De volgende ochtend, worden we na een korte nacht wakker, nemen ontspannen deel aan het ontbijtbuffet en zetten koers richting s’werelds grootste gebouw: Burj Kalifa. Parkeren doen we in de Dubai Mall en we slenteren langs winkels van Armani, Dolci & Gabbana , een indoor ijsbaan en een gigantisch aquarium. Het megawinkelcentrum , met de vele verdiepingen,  zijn min of meer verlaten en enkele schoonmakers zijn bezig om het mogelijk laatste stofje weg te vegen. Onderin de Mall komen we aan bij de lift. Met een slordige 42 km/ph schieten we 400 meter de lucht in en suizen de oren. Als we boven zijn zien we Sim City XXXL…Indrukwekkend door de dwaasheid. We zien ook groene parkjes, het Ras al Khor wildlife sanctuary en op de horizon een uitgestrekte woestijn. Dubai is meer dan marmeren vloeren, wolkenkrabbers en patserige auto’s..

Rond lunchtijd komen we aan in het Safa Park. Werkelijk ingeklemd tussen de drukte en de chaos van deze metropool. Bijna alles is geïmporteerd  in de Emiraten, dat merk je  ook aan het vogelbestand, zeker in de stad. Vele halsbandparkieten (Rosy-ringed parakeet) , treurmaina (Common myna) ,roodbuikbuulbuul (Red-vented Bulbul) en huiskraaien ( house crow) trekken de aandacht.  Het zorgt voor de nodige afleiding, maar het maakt het bovenal  frusterend vogels kijken. De aantallen van deze soortgroepen zijn in de stad zo hoog, dat elk bewegend takje vaak veroorzaakt wordt door één van deze vogels. We wandelen door het park en zien oa onze eerste purperhoningzuigers ( Purple sunbird)zanglijsters , Indische scharrelaar ( Indian roller) en vele hoppen.  Rondom de ‘vrouwentuin’ zit een flinke flock met tjiftjaf en vliegt er een sijs en  grote gele kwikstaart over. Vanuit deze hoek van het park heb je bovendien een indrukwekkend uitzicht op de skyline van Dubai.

De rust van het park waren we wel even aan toe. We waren weer opgeladen voor de verkeerschaos van de stad en starten de routenavigatie. Het rijden in de stad is pittig want vele bestuurders hebben een agressieve rijstijl. De bebording is goed, maar door onervarenheid rijden we een aantal keer verkeerd. Uiteindelijk laten we de stad achter ons en wordt de drukte minder. Uitgestrekte glooiende zandduinen veranderen het decor. In de loop van de middag checken we in bij het Barracuda Beach resort, onze  uitvalsbasis voor de komende dagen. De ligging is fraai, want de ‘achtertuin’ bestaat uit Khor-al Beida. Via de waardevolle website UAE Birding ,was ik er achter gekomen dat vanaf dit hotel een prachtig uitzicht zou zijn op deze baai met overwinterende krabplevieren ( Crab plover). Een bijzondere en fraaie steltloper die al lang op mijn verlangenlijstje stond. Het duurt dan ook niet lang voordat ik met telescoop op het stand sta te kijken naar deze fantastische soort. Ik tel er minimaal 9. Enkele exemplaren foerageren lekker dichtbij. Andere noemenswaardige soorten zijn oa: breedbekstrandloper (Broad-billed Sandpiper, terekruiter ( Terek Sandpiper) en vele tientallen woestijnplevieren ( Greater Sand Plover). Op de voorgrond stappen elegante flamingo’s rond en dat alles met fantastisch licht.  

Rond 17 uur besluit ik nog even naar Umm al-Qaiwain te rijden. Hemelsbreed op 5 km van het hotel, maar rondrijden kost een ruim half uur. Vanaf hier heb je goed uitzicht op de monding van Khor-al Beida . Mij was bekend  dat dit een goede slaapplaats is voor grote meeuwen. Het strand is smerig en door het mulle zand loop ik naar een pier. Hier vandaan liggen drooggevallen zandplaten met honderden meeuwen en sterns. Met telescoop tel ik minimaal 34 reuzenzwartkopmeeuwen ( Pallas’s gull) , vele Lesser-crested terns en in het allerlaatste struikje zit een Daurische klauwier.

strand 2.jpg

Zondag 7 februari

Massafi wadi en Fujairah Beach

In alle vroegte vertrekken we in oostelijke richting. Het eerste uur krijgen we door het duister weinig mee van het landschap. Al snel kleurt de lucht roze en vervolgens oranje en als we arriveren bij het dorpje Massafi komt de zon op. Precies volgens planning. We parkeren langs de weg nabij  Massafi Wadi. Een buitengewoon goede en tevens fraaie plek voor een aantal vogelspecialiteiten. Direct bij aanvang vliegen er twee kleine Arabische woestijnpatrijzen (sand partridge) voor ons op. Een targetsoort, die ik hier nog niet had verwacht. De vogels zijn schuw, maar laten zich kort goed zien. Als we door de rotsige wadi struinen horen we een maquiszanger ( Streaked scrub warbler) en zien we een fraaie Humes tapuit ( Humes wheatear) . Er is hier uiteraard geen gemarkeerde wandelroute , dus we klauteren via de meest begaanbare ‘paadjes’ dieper de Wadi in. Een fantastisch fraaie oostelijke zwarte roodstaart laat zich zowaar fotograferen. In de schamele stekelvormige struikjes horen we een ‘musachtige’ tjik roep. Het kenmerkende roepje van de dwergtjiftjaf ( Plain-leaf warbler) die hier de winter doorbrengt. Uiteindelijk zien we er minimaal 4 bij elkaar en laat één exemplaar  zich op de foto zetten. Het is nog niet zo heel gemakkelijk om deze extreem kleine phylloscopus te platen.

De volgende stop staat gepland bij Khor Kalba . Eén van de weinige plekken van het Midden-Oosten waar de Arabische Collared Kingfisher (Kalbeansis)  voorkomt. De plek is gemakkelijk gevonden. Helaas is het gebied enkel toegankelijk en te overzien vanaf een brug. Een strenge portier laat ons  niet verder dan deze brug het reservaat ingaan, dus hopen we op een waarneming vanaf deze plek. We zien eerste een gewone ijsvogel en vervolgens komt de doelsoort aanvliegen. In de mangroves is het nog lastig om de vogel in de scoop te vinden, maar uiteindelijk lukt het. Een bijna smekende poging bij de portier is tevergeefs en we moeten het doen met deze korte waarneming. Op het hekwerk naast de brug zien we een izabelklauwier. Aangezien ik geen witte wenkbrauw kan ontdekken en de vogel overall een krachtige beige waas heeft op de onderdelen determineer ik de vogel als Daurische klauwier.

Rond het middaguur installeren we ons op het strand nabij Fujairah Beach Port. Een enorme groep meeuwen en sterns heeft zich verzameld rondom wat lokale vissers die bezig zijn met het legen van hun netten. In de enorme wolk vogels zitten voornamelijk visdieven, Greater-crested terns en een enkele Arabische stern. Op het strand zitten Hemprichs meeuwen ( Sooty gull) en honderden fraaie dunbekmeeuwen. Ik zit gehurkt tussen de vissers en neem wat tijd voor foto’s. Een Westelijke rifreiger loopt door de vloedlijn en trekt zich weinig aan van mijn aanwezigheid.

Een stukje noordelijk van de stad Fujairah treffen we weer een vogelrijk strand aan. Een boulevard in aanbouw en het opspuiten van nieuw zandstrand trekken weer vele meeuwen en sterns. Op een hoog zanddepot zie ik met een telescoop parasiterende kleine jagers en een middelste jager achter sterntjes aanvliegen. Op de horizon een kleinere pijlstormvogel met lage glijvluchten ; een Persian shearwater! In de loop van de middag verlaten we het zonnige strand en rijden we via brede gloednieuwe snelwegen weer richting ons hotel aan de westkust. In het fraaie avondlicht sta ik weer te genieten van de krabplevieren en de vele andere overwinterende steltlopers.

 

Slagschip in hartje Den Haag

Gisteren verschenen er op diverse websites fantastische foto’s van een indrukwekkende vogel. Mark Zevenbergen ontdekte in het Laakkwartier in Den Haag een heuse IJsduiker ( Gavia immer ) . IJsduikers zijn deze winter niet extreem zeldzaam, maar om dit imposante ‘slagschip’ te zien heb je toch meestal een telescoop nodig of een enorme portie geluk. Voor mij was het dan ook een buitenkans om dit ‘slagschip’ onder de duikers eens goed te bekijken.

ijsduiker 3

Amerikaanse rivierkreeften

Als we aankomen hebben we geluk. Tussen de woonboten zien we, vanaf de kade op slechts 10 meter afstand, de duiker stoeien met een Amerikaanse rivierkreeft. Met zijn flinke dolk-achtige snavel is dit geen enkel probleem. De vogel heeft een markant schubpatroon op de bovendelen en betreft een exemplaar dat in 2015 uit het ei is gekropen. De winter van 2015/2016 is een goed jaar voor deze soort in Nederland. In de zuidwestelijke Delta verblijven al geruime tijd meer dan 10 exemplaren. Zelfs diep in Gelderland is al een tijdje een ijsduiker aanwezig. Deze 2e jaars vogel is vermoedelijk door de westerstorm van eerder deze week het Laakkwartier ingewaaid.

ijsduiker 2

Vogelaarswijk

Als er een zeldzame, of in dit geval schaarse vogel opduikt in stedelijk gebied, zorgt dit voor verbaasde gezichten. De snel voorbij snorkelende ijsduiker bezorgde tientallen vogelaars en fotograven adrenaline om een mooie foto te maken. Vele bewoners staan met vragende ogen op hun balkon de driftig fotograferende meute vogelliefhebbers te aanschouwen. Een aantal nieuwsgierigen komen een kijkje nemen en maakt een foto met de smartphone. Saheed Yinusa zegt vol trots en in vloeiend Engels : ‘a rare bird in MY backyard!’

vogelaars

 

 

 

 

 

Het grote reisavontuur van de bladkoning

Bladkoning / Yellow-browed warbler , Biesbosch 2015
Bladkoning / Yellow-browed warbler , Biesbosch 2015

De afgelopen weken heb ik flink wat bladkoninkjes mogen bewonderen. Van deze dappere reiziger gaat mijn vogelaarshart flink tekeer. Allereerst is het een buitengewoon fraai zangvogeltje. Net als de vuurgoudhaan weegt ook een bladkoning slechts een aantal gram. De felle gele vleugelbanen over het zachtgroene uiterlijk van dit vogeltje zijn oogstrelend mooi. Op zijn kop zit een  krachtige gele wenkbrauwstreep. Ze schieten als een stuiterbal door de kronen van bomen. Een uitdaging voor een vogelaar om deze druktemaker goed in beeld te krijgen. De roep is een kenmerkend suwiet . Met al deze kenmerken op je netvlies is het dan ook een leuke bezigheid om deze soort nu te gaan zoeken.

Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Maasvlakte
Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Maasvlakte

Fanatieke reiziger

Bladkoninkjes hebben de nodige kilometers achter de rug als ze in Nederland belanden. Het broedgebied van de soort strekt zich namelijk uit van de Oeral tot in het verre oosten van Rusland. Overwinteren doen ze voornamelijk in Zuidoost-Azië. Ik heb ze tijdens reizen in Thailand en India dan ook veelvuldig waargenomen in regenwouden, maar ook  parken van wereldsteden als Delhi en Bangkok. In een regenwoud is het overigens een nog grotere uitdaging om een bladkoning goed te bekijken, laat staan om het overactieve vogeltje te fotograferen. In dit artikel van SOVON een interessante kijk op de trek van deze vogels. Ze worden wellicht geduwd en verwaaid door luchtstromen maar een deel van de vogels zou wellicht ook tegengesteld van de normale trekrichting vliegen. Iets wat genetisch bepaald zou moeten zijn net als andere zaken bij trekvogels.

Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Tweede Maasvlakte met geen struik of boom in de buurt.
Bladkoning / Yellow-Browed Warbler , Tweede Maasvlakte met geen struik of boom in de buurt.

Van de Maasvlakte tot in Dordrecht

De laatste jaren lijken de aantallen flink toe te nemen. Wat in ieder geval is toegenomen is het aantal waarnemers. Via websites als waarneming.nl en Dutch Birding zijn er steeds meer delers van natuurwaarnemingen bijgekomen. Maar de explosieve toename lijkt niet alleen daarmee gemoeid. Als ik in mijn eigen waarnemingenbestand roer, zie ik ook een hele flinke toename. De afgelopen twee weken had ik een dag met 10 verschillende exemplaren in één bomensingel op de Westplaat nabij de Maasvlakte en zag ik één exemplaar middenin polder Hardenhoek in Nationaal park de Biesbosch. Vanavond was het helemaal raak.. In een simpel rijtje esdoorns in Dordrecht kwam opeens de hoge suwiet . Net als in 2013 zag ik vanuit mijn tuin een bladkoning. De geelgroene zangvogel zocht onder de ‘herfstige’ esdoornbladeren naar insecten. Ik krijg het deze keer wel voor mekaar om de vogel te fotograferen. Terwijl het schemerig wordt raak ik de vogel kwijt. Hopelijk vindt ook deze verdwaalde reiziger een voedselrijk en veilig overwinteringsgebied. Het is de komende dagen in ieder geval nog even opletten aan de kust , maar ook vanuit je eigen tuin!

We beginnen met een paar gram

vuurgoudhaan mavla 2

September is een heerlijke maand. Ditmaal wel een hele drukke trouwens.. Aanstaande maandag gaat de Bioscoopfilm: Holland, natuur in de Delta in première en ik leef behoorlijk in de waan van de dag. Ik probeer niet te vergeten dat de vogeltrek is losgebarsten. Het lukt mij tot dusver redelijk. Sterker nog, ik kom er niet onderuit. In hartje Dordrecht hoor ik hele hoge piepjes, die  de aanwezigheid van vuurgoudhaantjes verraden. Misschien wel de mooiste vogel van Nederland. Groot is hij niet. De soort staat eigenlijk in schril contrast met de joekel van een zeearend op de posters van de bioscoopfilm. We beginnen met een paar gram..

Vogeltrek

Vorige week was ik een ochtendje op de Maasvlakte op de westpunt van de haven van Rotterdam. Dit is een zeer boeiende plek voor vogelaars in deze tijd. Dit komt absoluut niet door het oogstrelende landschap, maar door de aanwezigheid van verdwaalde trekvogels. Afgelopen vrijdagochtend zag ik een gaatje in mijn agenda en besloot de vlakte en de havens af te struinen met twee vogelvrienden. Het contrast is hier altijd weer groot.  De enkele bosjes zaten vol met zangvogels. Een sprinkhaanzanger zat naast een konijnenhol, een watersnip zat, in de voor vogelaars bekende greppel, en in de bosjes op de vlakte miegelde het van de trekvogel zoals: zwartkoppen, gekraagde roodstaarten, bonte vliegenvangers en tuinfluiters. De vogeltrek lijkt begonnen. In de armetierige duindoornstruiken was het er maar druk mee. Een opvallende waarneming was die van een ransuil. Deze vogel zat naast een drukke containerterminal , achter een hekwerk, in een dode vlierstruik de dag af te wachten..

ransuil mavla

Vuurgoudhaan

Eén van de  kleinste vogeltje van Nederland was ook goed vertegenwoordigd. Het is in Nederland een beetje een strijd tussen de winterkoning, goudhaan en de vuurgoudhaan. Qua kleurenpracht is de laatste de mooiste. Smaken verschillen, maar de vuurgoudhaan is over de top. Alles klopt eraan. Hij heeft een vuurbal van een kruinstreep, een moddervette wenkbrauwstreep en prachtige zachtgroene bovendelen. Het is echt een juweeltje. Ik word er altijd wel gelukkig van. Deze soort  is een ultiem voorbeeld van een vogel die je vooral in de trektijd kan bekijken. Ze broeden in een paar oude gemengde naaldbossen in Nederland, maar komen vooral in de trektijd ook op andere plekken in Nederland op bezoek. Dan kun je ze meestal ook fraai bekijken. Ze kennen eigenlijk nauwelijks mensen, want een grootdeel van de vuurgoudhaantjes komt tot broeden in Europese bosgebieden waar de mens een zeldzaamheid is . De vogeltjes laten zich tijdens de trektijd soms fantastisch fotograferen.

Paar gram in de ban van de Condor?

Tijdens het tv-programma in de ‘Ban van de Condor’   kreeg de kleine vuurgoudhaan ook podium. Hier werd met een soort van afstreeplijstje gewerkt . De deelnemers moesten in korte tijd een aantal typische ‘Biesbosch’ vogels scoren.  Het programma werd vorig jaar rond deze tijd opgenomen in het Nationaal Park en ik zag  net voor het interview met Tooske Ragas een flink aantal vuurgoudhanen. Ik ben verantwoordelijk voor die lijst met vogelsoorten. De grote zilverreiger zou te makkelijk zijn, want die stonden bijna in de tenten van de deelnemers. De lat moest omhoog en ik dacht aan het vogeltje van 4/5 gram wat zo rijkelijk vertegenwoordigd was tijdens de opnames. Broeden doen vuurgoudhanen helaas niet in het zoetwatergetijdengebied, maar ik ben bijzonder blij dat ze op doortrek voorbij komen: Wat een fraai vogeltje van een paar gram, maar o zo lastig voor een spelprogramma….

Een Hollandse pelagic met de Neeltje Jans

Ik heb er een tijdje over zitten twijfelen, maar vorige week donderdag heb ik me opgegeven voor de vroege zeevogeltocht die Delta Safari aankondigde via hun website. Voor mijn werk ben ik deze periode namelijk druk met vele activiteiten rondom de nieuwe bioscoopfilm Holland, Natuur in de Delta en mijn vrije dagen zijn beperkt. Een dagje ontspannen de Noordzee op lijkt mij desalniettemin een prima vrijetijdsbesteding. Ik gooi wat balletjes op bij collega-vogelaars en vrienden en na wat wikken en wegen rijden we zondagochtend om 5.30 vanaf Dordrecht met gevulde auto richting de zoute Zeeuwse kust. Onderweg dondert het aan alle kanten en om 6.50 begroeten we in de miezer Marko en Eva van Deltasafari. We kruipen snel de kantine in en zien vele bekende gezichten. Volgens mij heeft heel ‘vogelend’ Rijnmond zich opgegeven voor deze tocht…het is in ieder geval beregezellig. We schutten door de sluis en zien de kuststrook verdwijnen. Om 8 uur begint het op te klaren. Precies zoals buienalarm, buienradar , windguru , weeronline en andere hulpmiddelen hadden voorspeld.

Een lint met blauwe reigers trekt de aandacht. De avond voorafgaand aan de tocht had ik boven Dordrecht serieuze trek van blauwe reigers en purperreigers. Misschien was dit groepje blauwe reigers door het naderende noodweer van deze morgen wel met een grote boog de Noordzee opgevlogen. Ze vlogen in noordwestelijke richting en misschien stellen ze hun vertrekpoging uit tot een beter moment?

Vale pijlstormvogel

Op mijn Nederlandse vogellijst staan al heel wat zeevogels. Tijdens topdagen met noordwesterstorm zag ik Papegaaiduikers, stormvogeltjes, vorkstaartmeeuwen en kleinste jagers. Zeetrektelposten in het hele land werden uitgeprobeerd en het meest succes had ik op zeedijk van Westkapelle. Het lukte me om tijdens al die bezoeken vakkundig een gewilde zeevogel te missen: de vale pijlstormvogel. Deze zeldzame pijlstormvogel heeft zijn broedgebied op de Balearen in de Middellandse Zee. Na het broedseizoen, vanaf juli, verlaten de meeste vogels de Middellandse Zee. Ze brengen een deel van de zomer en het najaar door  op de Atlantische Oceaan. Het broedgebied is beperkt en Birdlife International heeft de soort dan ook bestempeld als Critically Endangered (ernstig bedreigd). De afgelopen weken zijn er enkele waarnemingen geweest van Vale pijlstormvogels voor de Nederlandse kust.  Afgelopen week werden er bijvoorbeeld 2 exemplaren waargenomen op Vlieland. Ik kon mijn geluk dan ook niet op toen om klokslag negen uur er heel luid en duidelijk ‘VALE PIJL’ werd geroepen op de boot. Snel krijgen we de vogel in beeld en onder goede lichtomstandigheden zijn de vale bruintinten op onderstaart-dekveren, kop en flanken prima te zien. Het gaat allemaal erg snel en ik verkies waarnemingen door de verrekijker boven een bewijsplaatje. Na tientallen seconden zijn we de vogel kwijt en krijgen we overtuigende foto’s te zien van Arno Meijer.  Een droomstart!

Chummen

Blauwe en witte tonnetjes met visafval worden geopend. Ik denk dat de lucht die vrijkomt op het strand van Schouwen te ruiken was. Vandaag zouden we namelijk ook gaan chummen! Chummen is eigenlijk een beetje ranzig, maar het werkt goed om grote meeuwen richting de boot te lokken. Een combinatie van visresten, visolie en brood zorgen voor een wolk van meeuwen achter het schip. Voor de deelnemers op de boot is het maar moeilijk wennen aan de penetrante vislucht. Naast de nodige kleine mantelmeeuwen , komen er ook een aantal onvolwassen geelpootmeeuwen op onze boot af. Een onvolwassen drieteenmeeuw zorgt voor wat variatie, maar trekt zijn neus op voor de ‘chum’.

Baltic Ace 

We zetten koers in westelijke richting en varen zo’n 50 kilometer richting het ‘eindpunt’. In de verte zien we de berging van de ‘Baltic Ace’ , het vrachtschip wat in 2012 naar de bodem gezonken is. Het bijna 150 meter lange schip was geladen met ruim 1.400 auto’s..

In deze omgeving krijgen we regelmatig bezoek van Jan-van-Genten. Ze maken mooie rondes rondom de ‘Neeltje’ en een enkeling hangt nieuwsgierig boven de met camera’s behangen deelnemers. We zien verschillende kleden van deze indrukwekkende zeevogel.

Ver uit de kust komt er noordse stormvogel aanvliegen. De vogel is zwaar in de rui en duidelijk geïnteresseerd in de vette vissenkoppen. Hij zwemt even achter de boot en hangt op een gegeven moment op 5 meter naast ons. Iets te dichtbij voor mijn 400 mm lens…

In de middag zien we nog enkele fraaie Jan-van-Genten, maar de aantallen vogels zijn laag. Midden op zee vliegt er wel af en toe een langstrekkende atalanta voorbij. Een beetje rozig genieten we van het warme nazomerweer en een enkeling sluit zijn ogen. Om 16.00 zien we de vuurtoren van Burgh-Haamstede op de Kop van Schouwen en is er een einde gekomen aan een leuke ervaring. Een mooie slinger over onze Hollandse Noordzee en het leverde zowaar de gewilde vale pijlstormvogel op.

Route (via Niels Godijn)
Route (via Niels Godijn)

Finland, Lapland & Varanger Part 7: Hornøya

Vrijdag 10 juli , Hornøya Island Nature Reserve

De laatste jaren is er een explosie aan mooie natuurseries op de Nederlandse televisie. Vroeger moest je daarvoor zappen richting de BBC. Eén van mijn favoriete programma’s vanaf toen is het programma Springwatch. Vooral de prachtige beelden van zeevogel kolonies blijven indrukwekkend. De interacties tussen de duizenden vogels, de schattige dons jongen en dit alles haarscherp in beeld gebracht zorgde voor mij voor boeiende televisie.
De ‘tv-sterren’ alias papegaaiduikers met hun bijna droevige uitstraling en kleurrijke snavel vol met spiering had ik nog nooit in het echt gezien.

Vandaag kwam daar een einde aan! Een klein stukje ten noorden van Vardø ligt nog een kleiner eilandje; Hornøya. Dit eilandje is één van de dichtstbevolkte gebieden van Noorwegen, met vogels welteverstaan… Vanaf het haventje van Vardø is er vanaf 9:00 de mogelijkheid om met een bootje richting dit vogeleiland te varen. Het is een pendeldienst met een frequentie van circa 2 uur. Voor 350 NOK (=40 euro) per persoon sta je aan de overkant. Voor een vaartochtje van circa 10 minuten is 40 euro per persoon behoorlijk aan de prijs, maar mij zal je ook niet horen zeggen dat Noorwegen goedkoop is.. In de haven van Vardø kom je al goed in de sfeer. Op de kenmerkende Noorse boothuizen zitten drieteenmeeuwen. Op plankjes tegen de rode houten huizen zitten ze met jonge pullen op speciaal gemaakte plankjes. Meeuwen stimuleren om op je ‘huis’ te gaan broeden is in Nederland naar mijn weten nog nooit gebeurd.

Als we de haven uitvaren zien we eerst een aantal zwarte zeekoeten en vervolgens dobberen er honderden zeekoeten en alken als pinguïns op de zee. Aangekomen op het eiland kijken we naar een indrukwekkende rotswand die is afgeladen  met vogels. Het geluid is indrukwekkend: een plezierige mix van drieteenmeeuwen, kuifaalscholvers en zeekoeten. Dat vinden ook twee Limburgse natuurliefhebsters die bij ons op de ‘ferry’ stonden. We kunnen voor het eerst deze reis ons enthousiasme delen in onze moedertaal.

Over het eiland loopt een boardwalk richting een wit vuurtorentje. Als je lekker doorstapt ben je er binnen 30 minuten uitgewandeld, maar daar is het nou niet bepaald het eiland voor. Het is hier meer een kwestie van slenteren, genieten en fotograferen. De kolonie is goedgevuld. Er broeden bijna 50.000 paar vogels op dit deel van Hornøya. In 2011 waren zeekoet, papegaaiduiker (10.000 paar) en drieteenmeeuw (9000 paar) het best vertegenwoordigd. Aangezien wij in juli op dit eiland zijn, zitten veel vogels met jonge op het nest. In de kolonie drieteenmeeuwen zitten zelfs al enkele bijna vliegvlugge jonge te piepen. Ze schijnen regelmatig bezoek te krijgen van een giervalk….

Heel dicht langs het pad zitten kuifaalscholvers. Echt een vogel van een zeevogelkolonie als Hornøya. Op het eiland broeden ongeveer 900 paartjes. Kuifaalscholvers broeden op de Britse Eilanden en in 2013 is er zelfs een broedgeval in Nederland ontdekt. In de winter zie ik ze dan ook regelmatig bij de Neeltje Jans of bij de blokkendam van de Maasvlakte. Erg leuk om deze gitzwarte vogels in broedkleed te zien, met hun bijzondere groene ogen en markante zwarte kuif. De kuif is overigens niet altijd goed zichtbaar.

Aan de zuidkant van het eiland is het ook opletten geblazen voor de zeldzaamste broedvogel in de kolonie. Op  de vogelklif zitten namelijk enkele 100-den dikbekzeekoeten. Ze zijn vrij gemakkelijk te herkennen aan hun witte en beetje bollig uiterlijk en hebben daarnaast een kortere zwarte snavel met lichte horizontale streep. Om de vogels te vinden is het slechts een kwestie van het checken van de 10.000 gewone zeekoeten en alken. Een enkeling zien we al dobberen op zee, maar ook boven op de rots vinden we een rijtje met dikbekzeekoeten.

Kortbekzeekoet / Thick-billed Murre
Dikbekzeekoet / Thick-billed Murre

Als we via de oostkant de top van het eiland beklimmen zien we even weinig zeevogels. Het ondersteunende hekje langs het pad is gevuld met de zangvogels van het eiland. Oeverpieper, roodkeelpieper en tapuit zitten verdeeld over het blauwe touw. Ik scan de paaltjes en aan het eind van het pad valt mij een vrouwkleed grauwe klauwier op. Leuk! Maar gelukkig besef ik snel dat een grauwe klauwier hier niet ‘zomaar’ leuk is. De soort staat immers bekend als grote insecteneter en niet als arctische broedvogel. Hoezo verdwaald?! Een bizarre waarneming zover boven de poolcirkel. De vogel vliegt weg en ik schiet een bewijsplaatje.

Bij de vuurtoren op de top deel ik de waarneming met de Britse vogelaar Jonny Fisk. Van hem begrijp ik dat deze vogel al enkele weken geleden ontdekt is.  Jonny Fisk assisteert tijdens ons bezoek de BBC die ( hoe toevallig) opnames aan het maken zijn voor een nieuwe serie. Misschien wel voor Springwatch?

Boven op de top is het een komen en gaan van papegaaiduikers. Rondom het eiland cirkelen hongerige kleine jagers. We boffen met het weer, want we krijgen alle soorten licht in een uur. We krijgen zelfs een regenboog cadeau..! De tijd vliegt voorbij. We vermaken ons met voorbij vliegende zeekoeten en knuffelende alken. Sommige letterlijk op aaiafstand. Ik noem me zelf geen fotograaf, maar zo misdroeg ik me voor even wel. De interacties, de vliegbeeldjes waren bijna verslavend en leverde in korte tijd deze plaatjes op.

Finland, Lapland & Varanger Part 5: Haakbekken aan tafel

Woensdag 8 juli , Ivalo – Kiilopää – Neljan Tuulen Tupa – Noorwegen

Om 03.00 uur zit ik alleen in de auto richting het zuiden van Ivalo. De waarneming die ik gisteren had van de alpensneeuwhoen zat me niet lekker en ik wilde die graag upgraden naar een goede waarneming. Om 03.45 liep ik ( bijna) in het zonnetje ,de inmiddels bekende, vlondertrap op bij de Kiilopää heuvel. Het moest allemaal vroeg gebeuren vandaag, want het programma was flink gevuld en de nacht zouden we doorbrengen op de noordelijkste overnachtingslocatie van onze trip : Vardo Island in Noorwegen. Ik spreek met mijzelf af dat ik uiterlijk om 6 uur weer terug rijd naar Ivalo om de spullen in te laden en Cindy op te pikken. Het vlonderpad geloof ik wel en ik struin er eigenwijs naast richting goed-ogend habitat op de top van de berg. Ik stoot ( wellicht) hetzelfde koppel moerassneeuwhoenders op vanaf de grond en niet veel later vliegt er een kleinere redelijk witte alpensneeuwhoen aan me voorbij. Het gaat allemaal een beetje snel en zie niet waar de vogel is gaan landen. Ik slenter nog een eindje rondom de top, maar het hoentje krijg ik niet meer te zien. Geen foto’s dus, vooruit maar..

Nabij de parkeerplaats aan de voet van de heuvel is de familie bruinkopmezen weer aanwezig. Ik besluit, na de uitgebreide fotosessie van gisteren, geen tijd meer te steken in nog meer foto’s van deze soort. Daarnaast is het ook gaan regenen.

Om 7.30 hebben we ontbeten en zetten we koers richting het noorden. Het beloofd een spannende rit te worden, omdat diverse waarnemers aangaven dat het boven Ivalo kansrijk was voor sperweruilen. Een leuk taakje tijdens de lange rit naar  Vardø om allerlei toppen van naaldbomen en telefoonlijnen te scannen in de hoop dat er zo’n fantastisch uiltje op zou zitten.

Net boven Ivalo liggen een aantal fantastische meren. Het is windstil weer en een groepje van 3 zomerkleed parelduikers zorgen voor de eerste stop. Voor ‘parelduiker-begrippen’ zwemmen de vogels dichtbij. Ze zwemmen voor de verandering is niet op een kilometer afstand, maar op slechts enkele honderden meters. Ik probeer een plaatje te schieten, maar de vogels drijven steeds verder weg. Door de telescoop zijn ze gelukkig fantastisch te zien.

Parelduiker / Black-throated loon
Parelduiker / Black-throated loon

De volgende stop is bij het beroemde Neljän Tuulen Tupa hotel / restaurant / ‘cafetaria’ . Het is by-far de makkelijkste plek voor een vogel waar ik een beetje een dubbel gevoel bij krijg. Een hele mooie soort die, een aantal jaren geleden, honderden vogelaars richting Groningen trok ( november 2004). Ik heb nog regelmatig spijt, dat ik daar geen dagje voor gespijbeld had toen. Het weekend dat ik wel ‘legaal’ die kant op kon, was het koppel haakbekken helaas vertrokken. Bij voedselschaarste (bijvoorbeeld in Lapland) zakken na de najaarstrek soms haakbekken af naar zuidelijkere gebieden. Ik hoop jaarlijks weer op een herkansing van deze soort in Nederland.

Maar goed, hier zijn we in Finland en daar zitten haakbekken. Best veel, zeggen ze. Maar vindt ze maar eens in die enorm uitgestrekte naaldboomwouden. Het personeel van het cafetaria wil niks aan het toeval overlaten en achter de raampjes van de koffiecorner liggen honderden kilo’s zonnebloempitten. Een enorme groep grote barmsijzen, groenlingen, sijs, keep en een bruinkopmees zitten op het uitgestrooide ‘vogelbuffet’. We bestellen een beetje droge croissant (mogelijk van eergisteren) en een goede kop koffie en nemen plaats aan een tafel , uiteraard naast het raam. In de boom naast  ons zit een hele fraaie rode haakbek. Het is een van de 5 verschillende exemplaren die we te zien krijgen. Het is een ‘makkie’ hier, maar zo’n ‘georganiseerde’  voedertafel is het toch net niet helemaal voor mij. Ik geef mijzelf de opdracht mee om op de terugreis minimaal 1 haakbek in het taigawoud te vinden. Ik probeer door het dubbele glas wat te fotograferen en geniet nog even van deze soort. Ze zijn wel erg stoer!

Een behoorlijk lange rit richting Noorwegen is wat volgt. We besluiten nog even te tanken ( scheelt ruim 40 eurocent per liter) en doen wat inkopen aan de Finse kant van de grens. Tijdens de rit scannen we heel veel sparrentoppen, telefoonlijnen en masten maar een sperweruil treffen we niet. We zitten de komende week in het ‘Dak van Europa’ en hopelijk zien we daar alsnog dit aantrekkelijke uiltje.